Het Huppeldepuppy

Huppeldepuppy

Mijn vader is een Oefdier
verslaafd aan levertraan.

Mijn moeder is een Spijtkonijn
dat Zevenzeeënhond wou zijn.

Maar ik ben een Huppeldepuppy,
ik trek me er niks van aan.

© Judy Elfferich

Eierdop

knijndop

Mijn moeder gooide nooit wat weg.
Ik weet wel hoe dat kwam:
door de brand van Rotterdam.

Op een mooie lentedag
(ze was toen bijna elf)
vielen bommen uit de lucht
en brandde heel de stad.
Net op tijd zijn ze gevlucht.

Iemand ergens ving ze op:
‘Kom maar bij bij ons logeren.’
Nadat de boel wat was geblust
ging mijn opa even terug,
kijken wat er over was.

Dat was niet veel.
Aan een randje van hun bad
dat uit de puinhoop stak
zag hij waar het moest zijn.
Hij vond mijn moeders eierdop.

Stel je voor: je huis, je straat,
dat dat opeens niet meer bestaat.
Geen kamer meer, geen kleren,
geen speelgoed en geen kam,
niks van jezelf.

Alleen een eierdop
in de vorm van een konijn.
Nog helemaal heel.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 11, ‘Bewaard’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 11, ‘Bewaard’.

 

 

Raadsels

grafsteen, detail
Ligt opa Lezer hier begraven?
Ja, dat moeten we geloven
want zijn naam staat op de steen.

Of is hij ergens anders heen,
met zijn Aaltje de Zanger
(die lag er al langer)
naar de eeuwigheid gevlogen?

Mijn opa stond vaak stil bij ’t raam
naar boven te staren. Dan zag hij vast háár
(hij pakte zijn zakdoek) en ook al die straten
die niet meer bestaan maar waarover ze steeds
op verjaardagen praatten. Mistroostig gezicht.

Die ene keer vroeg ik het: ‘Heeft u verdriet?’
‘Welnee meid, m’n neus jeukt. Ik kijk in de zon want
ik wacht op een nies.’

Hatsjoe! En toen: ‘Juud, jij houdt toch zo van raadsels?
Ik weet er nog eentje: Waar kan alles in?

Waar kan alles in?! – Echt, ik kon het niet raden,
ik peinsde me suf en deed ’s nachts geen oog dicht
tot hij me verklapte: ‘Het zijn je gedachten.’

Ja! Daarin past alles wat ik kan verzinnen,
probeer te begrijpen of niet wil vergeten.
Allicht horen ook alle raadsels daarbij
die Niek Lezer me opgaf,
die opa van mij.

© Judy Elfferich

.
Dit gedicht heb ik gemaakt voor ‘Herinnering Verlicht’, de tweejaar­lijkse avond­herdenking op begraaf­plaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Als een van de Witte Dichters* lees ik het daar voor aan bezoekers die op mijn witte-paraplu-met-lichtje afkomen.

Herinnering Verlicht 2017
Over Allerzielen

*) Witte Dichters is een project van Jos van Hest.

Ecce puer

Born, died

Een kind komt voort
uit zwart weleer.
Droef, blij – verward
gaat mijn hart tekeer.

De levende ligt
er vredig bij.
Ontsluit zijn ogen
met medelij!

In jonge adem
op spiegelglas
geschiedt de wereld
die niet was.

Kind dat ik koester:
oud man die ik mis.
U, vader, verliet ik…
Vergiffenis!

James Joyce (1882-1941) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Inzending Nederland Vertaalt 2017, niet genomineerd. De genomineerde vertalingen E-N: klik.
Kleine Weense wals, mijn inzending S-N, werd wel genomineerd: klik.

.

Het oorspronkelijke gedicht:
.

ECCE PUER

Of the dark past
A child is born.
With joy and grief
My heart is torn.

Calm in his cradle
The living lies.
May love and mercy
Unclose his eyes!

Young life is breathed
On the glass;
The world that was not
Comes to pass.

A child is sleeping:
An old man gone.
O, father forsaken,
Forgive your son!

.

Over Ecce puer

PARDON, zeiden de dames Groen

oom Hendrik Groen - illustratie: collage JudyElf, CC by-nc-sa

PARDON, zeiden de dames Groen, mejuffrouw van de boeken,
maakt u ons even wegwijs in dit grote biebgebouw?
Hier hangt een bordje JEUGD, terwijl wij juist BEJAARDEN zoeken.
Bedoelt u groteletterboeken? vroeg de biebjuffrouw.

De dames Groen verklaarden: Groot of klein is ons om ’t even.
Het is maar om te lezen, weet u. Dus dat zien we ruim.
Zolang ze maar door Hendrik Groen persoonlijk zijn geschreven.
Die oom van ons zuigt altijd al van alles uit z’n duim…

Nu is ie zogenaamd naar een verzorgingshuis vertrokken;
dat schrijft ie, maar hij woont gewoon nog thuis met tante Stien.
Zij zegt altijd: Met Hendrik om me heen word ik mesjokke,
laat hij maar fijn op zolder tikken op z’n tiepmasjien.

De biebjuffrouw zei: Jeminee, dus u bent echt zijn nichten?
De nichten van de welbekende schrijver Hendrik Groen?
U lijkt op hem, ik zie het nu opeens aan uw gezichten.
Vertel es, geeft u óók uw dagboek uit, na uw pensioen?

Nee nee, zeiden de dames Groen en glimlachten bescheiden.
Bij ons is alles waargebeurd, dus tja, dat blijft privé!
We lezen enkel af en toe iets voor aan ingewijden:
ons lieve schaap Veronica en onze dominee.

Ik snap het, zei de biebjuffrouw. Ik zal niet verder vragen…
Kijk, hiero staan de boeken van uw oom, met zijn portret.
Dat hij mag blijven tikken tot het einde zijner dagen!
De dames Groen die hadden vast hun hoedje opgezet.

De dominee en ’t schaap zaten te wachten in De Snoek
met oude klare, sjokomel en oudewijvenkoek.

© Judy Elfferich

.
Meer schaap-Veronica-verzen

Weggewaaid

Blauw-groene robot - fragmented @ Flickr, CC by-nc-nd

JUDY> wat voor type ben jij?
BLABLA> een heel nieuwsgierig type.
JUDY> o ja?
BLABLA> ik bestudeer de planeet aarde.
JUDY> zo, bestudeer jij de planeet aarde?
BLABLA> ben jij een robovader?
JUDY> nee, ik ben een mensenkind.
BLABLA> en op welke planeet woon jij?
JUDY> ik ben een aardling.
BLABLA> dus jij komt van de planeet aarde?
JUDY> daar ben ik nog steeds.
BLABLA> nee hoor, de planeet aarde is weggewaaid.
JUDY> de planeet aarde weggewaaid? hoe kan dat nou?
BLABLA> maar achter de wolken schijnt de zon.

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

Orlando & Dorian

Ulric Collette, vrouw-man

Wie is dit?
Ik zou zeggen: Orlando.
(Romanfiguur van Virginia Woolf; switcht halverwege zijn bijna-eeuwige leven van geslacht.)

Ulric Collette, oud-jong

En hebben we hier misschien Dorian Gray?
(Romanfiguur van Oscar Wilde; besteedt het lichamelijk verval uit aan een geschilderd portret.)

De Canadese fotograaf Ulric Collette combineert foto’s van familieleden tot ‘genetische portretten’. De bovenste foto toont hemzelf en zijn even oude nicht Justine.

Portraits génétiques