In spin

Lea Adriaans & haar vader Sjaak

Lea Adriaans, Sjaak & Lea

Weet je de tijd nog
dat wij er niet waren?

Niemand zei pappa, je was gewoon Sjaak,
Sjaak van Janske, want ik was nog nergens,
ik was in de maak.

Toen sprong in een bocht van de tijd
in spin, ik de wereld in.
Jij werd vader, ik jouw kleine meid.

We speelden, we deelden papier, verf en krijt.
Waren het uren of jaren
dat we hebben getekend, geschilderd, gekleid?

Door doen en verzinnen
hield de klok op met tikken.

Soms botsten de ikken
maar ergens waar potloden dansten
daar kwamen we altijd weer samen.

Toen sprong in een bocht van de tijd
uit spuit, jij de wereld uit.
Ik bleef achter, maar ben je niet kwijt.

Ik zocht en ik vond,
ik speel en ik deel je in verf en in krijt.
Een springtouw zoemt rond door de eeuwigheid.

© Judy Elfferich

.
Dit gedicht maakt deel uit van het kunstproject In Between van Lea Adriaans & friends.

kunstproject In Between

Bootjesgeluk

.
Mijn gedicht Onder zeil (uit DICHTER. 14, ‘Geluk’) mag voortaan buiten­spelen! De mensen van jacht­haven Drijfveer in Akkrum vroegen of ze het mochten gebruiken op een groot doek:



[klik op foto om in te zoomen | foto’s: Maartje & Sharon van jachthaven Drijfveer]

Het gedicht Onder zeil

Weet je nog?

hand in hand - foto: Mark Bonica @ Flickr, CC by (bewerkt door JudyElf)

‘Weet je nog, dochter?’ vroeg hij
en de zon brak door op zijn gezicht.

Ik jokte natuurlijk van ja,
ik speelde het spelletje mee.

Hij knikte en gaf me een zoen
al kon ik niks weten van toen, van zo klein.

De scène die hij voor zich zag:
wij twee voor het eerst aan de wandel,
misschien wel op een pinksterdag,
hand in hand door de Bergselaan.

Zielsblij was hij, verguld met mij,
heel de wereld ging open.
Daar hoefde ik niks voor te doen
behalve bestaan en proberen te lopen.

Er blijkt een foto van te zijn.
In zwart-wit lentelicht kijkt hij,
al jaren dood, me stralend aan.

Ja pappa ja,
ik weet het nog.

© Judy Elfferich

Onder zeil

zeil tegen blauwe lucht

Het allergrootst geluk
is slapen in een bootje

met boven je geflapper
en getingel in de wind,

met verte in je neus,
daar deinen dromen heen;

geschommeld en gesust
als in eerste schemering

toen je moeders buik je wiegde
als ze danste met je vader

en niemand wist van jou
behalve zij alleen.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 14, ‘Geluk’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 14, ‘Geluk’.

 

 

Ecce puer

Born, died

Een kind komt voort
uit zwart weleer.
Droef, blij – verward
gaat mijn hart tekeer.

De levende ligt
er vredig bij.
Ontsluit zijn ogen
met medelij!

In jonge adem
op spiegelglas
geschiedt de wereld
die niet was.

Kind dat ik koester:
oud man die ik mis.
U, vader, verliet ik…
Vergiffenis!

James Joyce (1882-1941) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Inzending Nederland Vertaalt 2017, niet genomineerd. De genomineerde vertalingen E-N: klik.
Kleine Weense wals, mijn inzending S-N, werd wel genomineerd: klik.

.

Het oorspronkelijke gedicht:
.

ECCE PUER

Of the dark past
A child is born.
With joy and grief
My heart is torn.

Calm in his cradle
The living lies.
May love and mercy
Unclose his eyes!

Young life is breathed
On the glass;
The world that was not
Comes to pass.

A child is sleeping:
An old man gone.
O, father forsaken,
Forgive your son!

.

Over Ecce puer

De Murk

Murk
Ik ben maar een Murk, dus wat moet ik?
Ik ben in de wereld gepleurd.
Had iemand verstandig besloten,
dan was dat beslist niet gebeurd.

Een Murk van een onbekend merk,
mufneuzig en brunzig van poten,
zoiets had mijn ma niet besteld.

Laat staan mijn pa:
hij lag in een deuk, maar niet heus
en wou me het liefste verloten.

Maar dat vond mijn ma toch te erg.
Dus sloot ze me op in een koekblik
en fietste daarmee naar het park
en knoopte mijn staart aan een berk.

Oote oote oote boe,
waar moest het met mij naartoe?
Ik klampte me vast aan haar jurk –
een Murk is nou eenmaal geen held.

Maar ach, mijn ma!
Ze scheurde zich los met geweld
en ging toen gewoon naar haar werk.

Hier hurk ik nu, zwaar in de kroten.
Ik knaag wat op boomschors en noten
en wacht tot de Gurkbork me wurgt.

Net heb ik mijn neus weer gestoten
dus ja, ik besta nog, vermoed ik.
’s Nachts zeur ik heel zacht: Oote oote.
Wat wil je? Ik ben maar een Murk.

© Judy Elfferich

Do not go gentle…

.

Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Dylan Thomas heb ik een poging gedaan om zijn beroemdste gedicht te vertalen.

.
GA NIET DIE GOEDE NACHT IN ZONDER STRIJD

Ga niet die goede nacht in zonder strijd,
luid hem met vuurwerk uit, de oude dag;
raas, raas wanneer het laatste licht verglijdt.

Wie wijs werd en beseft: zwart wint altijd,
mijn woord verwekt geen flits of donderslag,
gaat niet die goede nacht in zonder strijd.

Wie goed doet en met hoop zijn pad plaveit
maar broze daden niet meer dansen mag,
raast, raast wanneer het laatste licht verglijdt.

Wie wild de zon ving, zingend haar berijdt
en laat pas ziet: haar hindert mijn gedrag,
gaat niet die goede nacht in zonder strijd.

Wie, ernstig eraan toe, het licht al kwijt,
verblind wordt door een oog met sterrenlach,
raast, raast wanneer het laatste licht verglijdt.

En jij, mijn vader, bijna uit de tijd,
vloek, zegen mij met tranen, luid beklag.
Ga niet die goede nacht in zonder strijd.
Raas, raas wanneer het laatste licht verglijdt.

Dylan Thomas (1914 – 1953) | © vertaling: Judy Elfferich

.
Do not go gentle into that good night
Over de versvorm villanelle

♫ Smartlap

Jongetje met sneeuwpop (foto: TheirHistory / Philip Howard @ Flickr, CC by-nc-sa)
DIE SNEEUWPOP WAS VROEGER JE VADER

Mam, er staat buiten een man bij de heg
Al uren en uren en uren
Staat die kerel daar naar me te gluren
Zo roerloos en star in de sneeuw
En hij zegt niks terug als ik klootzak naar hem schreeuw
Wat doet die man bij onze heg, mam?
Wat doet ie bij onze heg?

Die sneeuwpop was vroeger je vader
Ooit zong hij je ’s avonds in slaap
Hij woonde toen hier bij ons binnen
En daar buiten liep een schaap

Mamma, die man is nog altijd niet weg
Al weken en weken en weken
Krijg ik hem niet weggekeken
Hij staat maar te staan in de modder
En hij zegt er niks van als ik klodders naar zijn kop gooi
Wanneer gaat die man daar nou weg, mam?
Wanneer gaat ie daar nou weg?

Die sneeuwpop was vroeger je vader
Je mam heeft hem buitengezet
Hij smakte altijd bij het eten
En vroeg zoveel ruimte in bed

Mamma, die man staat nog steeds bij de heg
Al jaren en jaren en jaren
Staat die kerel daar naar me te staren
Zo ijzig en bleek in het gras
En hij zegt niet eens foei als een hond tegen hem aan plast
Waarom gaat die man daar niet weg, mam?
Waarom gaat ie daar niet weg?

Die sneeuwpop was vroeger je vader
Hij was mamma’s minnaar en held
Nee, haal hem in godsnaam niet binnen
De kans is te groot dat ie smelt

Die sneeuwpop was vroeger je vader
Soms drupt langs zijn wortel een traan
Zolang als jij zijn kleine meid blijft
Zal hij voor jou pal blijven staan

© Judy Elfferich

.
Nu nog een melodie…