Jij bij mij

.
Verschenen als poëzieposter bij Plint:

Plint-poëzieposter Jij bij mij
[Klik op afbeelding voor meer info | tekst: © Judy Elfferich | beeld: © Grootzus]

.
JIJ BIJ MIJ

De deurknop glundert, blij verrast.
De bel begint te zingen.
De deur knerpt: ‘Toe maar, loop me plat!’
‘Welkom! Welkom!’ blaft de mat.
De kapstok buigt en aait je jas.

Kaarsjes staan in vuur en vlam.
Tulpen wiebelen op hun stelen
en draaien zich naar jou.
Er trilt een snaar van de gitaar:
‘Hee, wil je samen spelen?’

Twee stoelen schuiven naar elkaar.
Twee glazen giebelen in de kast.
‘Hè hè, waar bleef je nou?
We dachten dat je nooit meer kwam…’
verzuchten alle dingen.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 29, ‘Thuis

 

Dit gedicht staat ook in DICHTER. 29, ‘Thuis’.

 

 

Buitenhuisjes

Grote huizen hebben kleintjes
op een paal of aan een gevel
waarin spullen buitenspelen,
waarin dingen bivakkeren
als ze met vakantie gaan.

Zoek je avonturenboeken,
zelfgebakken krentenkoeken,
kippeneitjes vers gelegd?
Krap geworden kinderkleren,
zelfgeplukte jutteperen?
Alles vind je langs de weg.

Wil je warme winterwanten,
zelfgekweekte aardbeiplanten,
huisgemaakte appelstroop?
Echt antieke tafelpoten,
zelfgeraapte hazelnoten?
Allemaal te geef, te koop.

Zwoele paarse pauwenveren,
bruut verstoten teddyberen
komen graag bij jou logeren,
kijken je verlangend aan.
Mag je hebben voor een schijntje.

O, jij wilt geen hebbedingen?
Jij hebt zelf nou net je hele
schuur en zolder opgeschoond
en zoekt rust voor mijmeringen?

De gastvrijste buitenhuisjes
zijn die waar Maria woont.

© Judy Elfferich

Mariakapelletje - foto: Geert Budenaerts @ Wikimedia Commons, CC by (bewerkt door JudyElf)

Dit gedicht maakt deel uit van het kunstproject In Between van Lea Adriaans & friends.

project In Between
expositie In Between 2, KEG Schijndel, 30 oktober – 8 december

De Wollefop

Wollefop

De Wollefop wist niet zo goed
wat hij van zichzelf moest maken.

Is dus zomaar wat gaan haken, babyblauw
breide hij er beetjes bij, knoopte eindjes aan elkaar,
punnikte een flinke staart.

Maar soms liet hij steken vallen, raadselblauw
raakte er een draadje los, of er kwam een mot voorbij
die een hap nam uit z’n vacht.

En een keer werd hij gewassen, zeeziekblauw
in het veel te hete sop… Toen wist hij het echt niet meer,
voelde zich een prullig vod.

Hingen ze hem kletsnat op, bibberblauw
met een knijper aan z’n oor. Is hij van de lijn gewaaid,
vloog over de hoogste daken

tot hij neerkwam voor mijn deur, wazigblauw
lag hij zielig in de prut. Dus maar zacht voor hem gezongen,
hem voorzichtig uitgewrongen.

Kijk, hij krijgt alweer wat kleur, knipoogblauw
glimt z’n opgelapte snuit. Alle rafels vastgenaaid,
vale plekken weggeaaid.

Vraagt vergeet-me-nietjes-blauw: ‘Blijven slapen?’
Eindelijk weet hij wat hij wou,
de Wollefop.

© Judy Elfferich

.
Dit gedicht maakt deel uit van het kunstproject In Between van Lea Adriaans & friends.

kunstproject In Between

.
DICHTER. 7, ‘Blauw’

 

Eerder is het gepubliceerd in DICHTER. 7, ‘Blauw’.

 

 

In spin

Lea Adriaans & haar vader Sjaak

Lea Adriaans, Sjaak & Lea

Weet je de tijd nog
dat wij er niet waren?

Niemand zei pappa, je was gewoon Sjaak,
Sjaak van Janske, want ik was nog nergens,
ik was in de maak.

Toen sprong in een bocht van de tijd
in spin, ik de wereld in.
Jij werd vader, ik jouw kleine meid.

We speelden, we deelden papier, verf en krijt.
Waren het uren of jaren
dat we hebben getekend, geschilderd, gekleid?

Door doen en verzinnen
hield de klok op met tikken.

Soms botsten de ikken
maar ergens waar potloden dansten
daar kwamen we altijd weer samen.

Toen sprong in een bocht van de tijd
uit spuit, jij de wereld uit.
Ik bleef achter, maar ben je niet kwijt.

Ik zocht en ik vond,
ik speel en ik deel je in verf en in krijt.
Een springtouw zoemt rond door de eeuwigheid.

© Judy Elfferich

.
Dit gedicht maakt deel uit van het kunstproject In Between van Lea Adriaans & friends.

kunstproject In Between

Daar

hazen in duinlandschap

Voorbij de wilde tuinen,
voorbij de zeven sloten,
ver in de oude duinen
is een verborgen hut.
Die hebben wij gebouwd
van rafeltouw en wrakkig hout,
zelf bij elkaar gejut.

Daar bewaren wij geheimen.
Hazen zullen ze bewaken.
Wie ze zoekt die zal verdwalen.
Wie ze vindt die zal verdwijnen
ver in de oude duinen
voorbij de zeven sloten
voorbij de wilde tuinen.

© Judy Elfferich

.
Dit gedicht maakt deel uit van het kunstproject In Between van Lea Adriaans & friends.

kunstproject In Between

Halte Tussentijd

Lea Adriaans, zeppelin

Hier moeten we eruit.
Hier stopt de laatste bus,
hij gaat niet meer terug.

Waar zal de nacht ons brengen,
wat staat ons daar te wachten?
We gluren door de ruit.

Dan openen de deuren,
een oud-bekende stem
roept om: ‘Hier overstappen
op luchtfiets, vogelrug
of zelfgemaakte zeppelin.’

We laten alles achter
behalve een klein koffertje
vol zelfverzonnen kleuren
gemaakt om mee te mengen.

Aan jou en jou en jou
wordt dat nu toevertrouwd
dus kom, pak aan pak uit
en kijk: een eindpunt wordt begin,
zo blijven we gebeuren.

© Judy Elfferich

.
Van 24 mei tot 28 juni hangt dit gedicht in de Rebushalte van Het Living Museum in Vught, als onderdeel van een mini-expositie met Lea Adriaans.

Rebushalte III: Lea Adriaans
podcast Het wachten waard, met Lea & Judy