.
Stiftgedicht:
kijken
Oom Piet
De N van noodweer
Dan
Smurfen doet geen zeer
Dood in een deken
Anyway
Armando en de ladder
Zij zaten daar gevangen.
Gevaar, altijd gevaar.
Ze droomden van een ladder.
Hij was nog klein en woonde daar toevallig.
Hij zag en hoorde ze, vlakbij, achter de hekken.
Het was oorlog, het was spannend
maar het was geen spel.
Hij droomde van een ladder.
Hij groeide op.
Hij kon het niet vergeten.
Hij maakte een ladder
zo hoog als hij kon.
Een ladder naar vroeger, naar buiten.
Een ladder naar de hemel en weer terug.
© Judy Elfferich
Clown
Mijn haar vat vlam.
Ik zing wat ik kan
maar daar slaat het al over,
theater!
op paardengevaarten
met laaiende staarten,
sproeihoeven,
hordendans.
Het zoemt om mijn hoofd,
het schroeit en het knettert.
Ik klim door een hoepel
en zak in een ton.
Ik neurie en klauter
eruit, vind mijn neus,
maak een buiging,
val om.
Ik zing wat ik kan
maar ik ben kleddernat
en de waardige paarden,
dus buig ik maar weer,
vermijden voorzichtig mijn rug.
Ze draven, het spettert van vonken,
in het donker terug.
© Judy Elfferich