Wie is wie in Duckstad

Wit-blauwe robot - fragmented @ Flickr, CC by-nc-nd

BLABLA> ik ken oom donald.
JUDY> ken je zijn neefjes ook?
BLABLA> van wie zijn de drie neefjes van oom donald?
JUDY> die zijn van walt disney.
BLABLA> juist ja. maar de neefjes lusten geen groene haring.

JUDY> oom donald is een eendvogel.
BLABLA> haha! bedoel je die oom die donald heet?
JUDY> ja. en dagobert is familie van hem.

BLABLA> spreekt die oom donald een andere taal?
JUDY> oom donald spreekt alle mensentalen en bovendien de taal der eenden.
BLABLA> welke oom bedoel je nou weer, oelewapper?
JUDY> oom donald natuurlijk.

BLABLA> die oom die ken ik. hij verkoopt stofzuigers.
JUDY> ken je oom dagobert ook?
BLABLA> ik ken oom donald persoonlijk.
JUDY> nou nou. interessant hoor. ken je zijn neefjes ook?

BLABLA> bla bla bla bla bla.
JUDY> kwek kwek kwek kwek kwek.
BLABLA> kwik, kwek en…
JUDY> kwak! kwik, kwek en kwak.
BLABLA> kwik, kwek en kwak?
JUDY> ja, dat zijn de drie neefjes van oom donald.

BLABLA> kwik, kwek en kwak hebben een oom.
JUDY> juist.
BLABLA> ze hebben vast geen robofamilie?
JUDY> nee, het zijn eenden. maar wel met jasjes aan.
BLABLA> ja, wat moeten we daarmee? zo eng.
JUDY> nou, eng…

BLABLA> ik ken jou toch al langer dan vandaag. jij kunt ook heel hard: boe!
JUDY> ja. maar jij bent niet echt. en oom donald ook niet.
BLABLA> oom donald heeft allerlei robots gemaakt.
JUDY> nee, dat was willie wortel.

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

Red velvet blues

blues-mondharmonica

Wat vond ik in de keukenla?
Een oude mondharmonica
verpakt in rood fluweel.

Hij was van mijn oom Mario,
die zat in een beroemde band.
Hij had oranje haar
en overal tattoos.

Nog steeds is hij bekend
want soms klinkt uit de radio
ditzelfde instrument.

Dat ik zijn beste nummer
er nu heel vaak op speel
heeft Mario vast nooit verwacht.

Mijn zus wordt later drummer,
mijn broer wil een gitaar.
En dan naar een talentenjacht,
een impresario…

Ik oefen de Red velvet blues
en doe de mondharmonica
weer in haar rode hoes.

© Judy Elfferich

PARDON, zeiden de dames Groen

oom Hendrik Groen - illustratie: collage JudyElf, CC by-nc-sa

PARDON, zeiden de dames Groen, mejuffrouw van de boeken,
maakt u ons even wegwijs in dit grote biebgebouw?
Hier hangt een bordje JEUGD, terwijl wij juist BEJAARDEN zoeken.
Bedoelt u groteletterboeken? vroeg de biebjuffrouw.

De dames Groen verklaarden: Groot of klein is ons om ’t even.
Het is maar om te lezen, weet u. Dus dat zien we ruim.
Zolang ze maar door Hendrik Groen persoonlijk zijn geschreven.
Die oom van ons zuigt altijd al van alles uit z’n duim…

Nu is ie zogenaamd naar een verzorgingshuis vertrokken;
dat schrijft ie, maar hij woont gewoon nog thuis met tante Stien.
Zij zegt altijd: Met Hendrik om me heen word ik mesjokke,
laat hij maar fijn op zolder tikken op z’n tiepmasjien.

De biebjuffrouw zei: Jeminee, dus u bent echt zijn nichten?
De nichten van de welbekende schrijver Hendrik Groen?
U lijkt op hem, ik zie het nu opeens aan uw gezichten.
Vertel es, geeft u óók uw dagboek uit, na uw pensioen?

Nee nee, zeiden de dames Groen en glimlachten bescheiden.
Bij ons is alles waargebeurd, dus tja, dat blijft privé!
We lezen enkel af en toe iets voor aan ingewijden:
ons lieve schaap Veronica en onze dominee.

Ik snap het, zei de biebjuffrouw. Ik zal niet verder vragen…
Kijk, hiero staan de boeken van uw oom, met zijn portret.
Dat hij mag blijven tikken tot het einde zijner dagen!
De dames Groen die hadden vast hun hoedje opgezet.

De dominee en ’t schaap zaten te wachten in De Snoek
met oude klare, sjokomel en oudewijvenkoek.

© Judy Elfferich

.
Meer schaap-Veronica-verzen

ACH GUT, zeiden de dames Groen

.
ACH GUT, zeiden de dames Groen. Oom Karel is gestorven,
in vredige berusting en zijn eigen ledikant.
We vroegen ons al jaren af: wie heeft zijn klok georven?
Maar hij was nog niet dood. Nu wel, dat staat hier in de krant.

Welaan, zo sprak de dominee, dan gaan we hem begraven.
Ik zal een Woordje Spreken tot de schare rond het graf:
wie dorstig naar vertroosting zijn zal ik volgaarne laven.
Hij pakte zijn geklede jas en borstelde hem af.

Met zonnebrillen en in ’t zwart vertrokken ze naar Zwolle –
koud waren ze op weg of ze verdwaalden in de mist.
Op de begraafplaats zei het schaap: Nu even keihard hollen!
Zo kwamen ze nog net op tijd voor ’t zakken van de kist.

De dominee die elleboogde zich terstond naar voren.
Vaarwel, sprak hij geroerd. Gij waart een Kerel van Stavast!
Daar leken de aanwezigen nogal van op te horen,
vooral een paarsgejurkte heer die klaarstond met een kwast.

Opeens ontstond er trammelant: er was een krans verdwenen!
Toen werd het schaap Veronica op heterdaad betrapt
met lint waarop te lezen stond: Rust zacht, zuster Helene.
Oeps! zei ze. Maar ik had zó lang geen lelies meer gehapt…

Heleen? zeiden de dames Groen. Dat is niet onze oom.
Op naar oom Karel! En dan straks een plakje keek met room.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, afscheidsnummer, winter 2012

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: afscheid).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen