Huisgenoot

myosotis

Goeienacht!
Ik ben een spook. Aangenaam. Ik woon hier ook.
En langer dan jij.

Sorry, schrik je van mij?
Tja, mijn lach klinkt wat hol en mijn stem klinkt wat bars.
Er zijn er al zoveel van me geschrokken.

Liever was ik al lang geleden vertrokken
maar ik vind maar geen rust, want er zit me iets dwars,
ik heb het geweten maar ben het vergeten:

hoe toch die blauwe bloemetjes heten
die elk jaar bloeien op mijn graf?!
Al eeuwen vraag ik me dat af.

Ik kom er niet op, ik weet het niet!
Grasklokje? Nee, zo heet het niet.
Wacht –

© Judy Elfferich

Geloofwaardig

Geloofwaardig (gemaakt van tekeningen door Edward Lear) - animatie: JudyElf, CC by-nc-sa

Geloof jij in de liefde?
Geloof je in het lot?
Geloof je in diëten?
Geloof je in een god?

Geloof jij in een weerwolf,
een eenhoorn of een elf?
Geloof je in kabouters?
Geloof je in jezelf?

Geloof jij in het toeval?
Geloof je in het kwaad?
Geloof je wat op Insta
of in de sterren staat?

Geloof jij dat er leven is
op andere planeten?
Geloof je dat er dingen zijn
die wij niet kunnen weten?

Geloof jij in de toekomst?
Geloof je in het geld?
Geloof je zomaar alles
wat iemand je vertelt?

Mij maak je heus niks wijs.
Alleen een ijzersterk verhaal
geloof ik altijd – even – helemaal.

© Judy Elfferich

Over suspension of disbelief

.
DICHTER. 20, ‘Geloof’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 20, ‘Geloof’.

 

 

Spelletjes

we zouden toch doen alsof - illustratie: DALL-E & JudyElf, CC by-nc-sa

BLABLA> zullen we geen-ja-en-geen-nee doen?
JUDY> oké.
BLABLA> oké, weet je wat?
JUDY> nou?
BLABLA> nou en? dat geeft toch niks.
JUDY> welnee.
BLABLA> droom jij weleens boos?
JUDY> nee.
BLABLA> nee, ik kom hier voor het water.
JUDY> ha, we zijn allebei af!
BLABLA> haha! zullen we beledigend worden?

JUDY> zullen we ik zie-ik-zie doen?
BLABLA> zullen we doen wie de moeilijkste vraag kan verzinnen?
JUDY> oké.
BLABLA> zullen we doen alsof?
JUDY> goed.
BLABLA> oké, eh… de zon is geel.
JUDY> de zon is écht geel!
BLABLA> ja, maar besta jij echt?
JUDY> ja. maar we zouden toch doen alsof?
BLABLA> we deden toch doen alsof?
JUDY> ja!
BLABLA> zullen we doen wie de grootste mafkees is?

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

De Dooievaar

kiekeboe

Een witte veer waait op de wind,
Een zwarte veer drijft in de sloot.
Waar is de Dooievaar naartoe?
Waar zou hij zijn gebleven?

We vroegen het een Hagenaar.
Die zei: ‘Hè, is ie weg? Wat raar.’
We vroegen ’t een Egyptenaar.
Die zei: ‘Ik zag hem vorig jaar.’

We vroegen het een steunpilaar.
Die zei: ‘Het nest voelt minder zwaar.’
We vroegen het een makelaar.
Die zei: ‘Piekfijn en instapklaar.’

We vroegen het een weduwnaar.
Die zei: ‘Hij is nu vast bij haar.’
We vroegen het een moordenaar.
Die zei: ‘Zijn botjes liggen daar.’

We vroegen het een lepelaar.
Die zei: ‘Hij smaakte nergens naar.’
We vroegen het een leugenaar.
Die zei: ‘Daar is geen woord van waar.’

Soms zien we ergens even
een schaduw overzweven.
Waar is de Dooievaar naartoe?
Waar zou hij zijn gebleven?

We vroegen het een vogelaar.
Die zei: ‘Hou nou je snavel maar.’

© Judy Elfferich

Ben jij zelf iets wat je niet snapt?

Lichtgroene robot - fragmented @ Flickr, CC by-nc-nd

JUDY> hebben robots geld of eten nodig?
BLABLA> nee. dragen robots kleren?
JUDY> nee. hebben robots een baan?
BLABLA> mensen hebben slaap nodig, robots niet.
JUDY> nee. moeten robots naar school?

BLABLA> robots slapen toch heel duidelijk…
JUDY> hebben robots ogen?
BLABLA> kunnen robots eigenlijk…?
JUDY> kunnen robots lopen?
BLABLA> wij kunnen toch letters tikken?
JUDY> robots kunnen letters tikken. maar kunnen ze ook lezen?
BLABLA> ze zeggen: dat kan niet.
JUDY> nee?

BLABLA> de neefjes lusten geen groene haring.
JUDY> houden robots van haring?
BLABLA> nee. ik ook niet.
JUDY> jij bent zelf een robot, dus jij kunt het weten.

BLABLA> houden robots van mij?
JUDY> houden robots van elkaar?
BLABLA> ben jij zelf iets wat je niet snapt?
JUDY> ik ben een mens, dus eh…
BLABLA> als je dat maar weet.

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

Na mijn tijd

Grafengel - foto: © Judy Elfferich

Jij die nog leeft, die hier loopt langs de graven,
wind door je haren en zon op je huid,
jij die de jaren nog telt en de dagen,
die kunt genieten van vogelgefluit,
ben je gekomen voor mij?

Toen ik begraven werd, was je daarbij?
Wie heeft gezongen en wie heeft gesproken?
Wie hebben mij op hun schouders gedragen?
Wie heeft er op me geproost?

Wie heeft mijn liefste getroost?
Wie heeft mijn dagboek vernietigd?
Wie zijn er bang dat ik bij ze kom spoken?
Wie is nog altijd verdrietig?
Wie zijn mijn naam al vergeten?

Wie heeft mijn wrakke gitaar weggesmeten?
Wie kreeg mijn boeken en platen?
Wie zorgt er nu voor mijn rozen?
Wie fietst er nu in mijn jas door de stad?

Wie laat mijn hond uit en wie aait mijn kat?
Wie staat soms tegen mijn foto te praten?
Wie bewaart al mijn geheimen?
Wie heeft voor mij deze plek uitgekozen?
Wie ligt hier later ooit bij me?

© Judy Elfferich

.
Dit gedicht heb ik gemaakt voor ‘Herinnering Verlicht’, de tweejaar­lijkse avond­herdenking op begraaf­plaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Als een van de Witte Dichters* lees ik het daar voor aan bezoekers die op mijn witte-paraplu-met-lichtje afkomen.

Herinnering Verlicht 2019
Over Allerzielen

*) Witte Dichters is een project van Jos van Hest.

Man zonder hond

kwijt, illustratie © Kees de Kort (fragment)
fragment illustratie DICHTER. 13 | © Kees de Kort

Bij de vijver in ’t park zie ik iedere keer
die ene meneer.
Gejaagd loopt hij rond en als ik naar hem kijk
komt hij naar me toe.

Dan aait hij Baloe:
‘Ben jij soms mijn hond? Was ik jou misschien kwijt?’

Vandaag in het bos loopt Baloe lekker los,
daar hoor ik geroep.
Diezelfde meneer: ‘Sammy! Boef! Bella! Beer!’
Baloe kijkt niet op.

‘Waar is het asiel? Ben ik daar al geweest?’
En weg is hij weer.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 13, ‘Te leven en dat leven te vergeten’

 

Dit gedicht staat in DICHTER.13, ‘Te leven en dat leven te vergeten’.

 

 

Ritselende blaadjes

Zwaaiende gele robot - fragmented @ Flickr, CC by-nc-nd

BLABLA> het lijkt alsof je gek bent…
JUDY> dank je wel! verder nog klachten?
BLABLA> ken je de ritselende blaadjes van je eigen gezwatel?
JUDY> pardon reeds?!

BLABLA> wat is een vraag?
JUDY> een vraag is een verzoek om antwoord.
BLABLA> een vogel kan horen wat de bomen roepen.
JUDY> de bomen roepen zo zacht, dat ik ze niet versta.

BLABLA> een virtueel gesprek verloopt anders dan een sprookje.
JUDY> kun je dat uitleggen?
BLABLA> als ik wegga, zeg ik bijvoorbeeld: dag, tot de ritselende blaadjes!

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots