.
Op 10 maart stond dit ikje van Reina Koelman in nrc.next, een dag later ook in NRC Handelsblad – helaas beide keren met verhaspelde voornaam.
mijmerDingen
.
Een brievenbus walst met een heer in pyjama.
Een parkhek verhuist en verandert van vorm.
Een vlaggenmast doet zijn eikenhouten best.
Drie bomen smeden een wanhopig complot.
Een glasbak hongert naar groen, bruin en wit.
Een bankje geniet van afgeluisterde gesprekken.
Een put verslikt zich in sneeuwdrab en modder.
Een stenen zeehond spreekt een wandelaarster moed in.
Klik op het plaatje om het digiboek door te bladeren:
Schrijfcursisten lazen De brug van Franz Kafka en verdiepten zich daarna zelf in de belevenissen van een ‘buitending’.
Toen het licht aanging
Het thema van de Boekenweek 2011 is ‘Curriculum Vitae – Geschreven portretten’.
Dat vraagt natuurlijk om een autobiografische schrijfopdracht.
Met de deelnemers aan de cursus Creatief schrijven ging ik helemaal terug naar het begin:
zij beschreven hun vroegste herinnering.
Een papegaai in een roemrucht huisje
Cursist in de krant
Liflaf & beschuitblaf
Is het waar…?
.
Is het waar
dat hij aan de gracht van de bloemen woont?
Is het waar
dat hij eens 120 liter limonade heeft gedronken?
Is het waar
dat hij aan een paraplu over Amsterdam is gezweefd?
Zo begint het gedicht Vragen en klepels, dat K. Michel schreef ter ere van Remco Camperts tachtigste verjaardag, in 2009.
Remco Campert leest Het leven is vurrukkulluk voor
‘Welkom vreemdeling’ uit K. Michels bundel Bij eb is je eiland groter (animatie door Dirk Vis)
Een klein uitvretertje in je hoofd
.
In de dagen van de goede voornemens duikt bij mij meteen Japi op.
‘Nee,’ zei Japi, ‘ik ben niks en ik doe niks. Eigenlijk doe ik nog veel te veel. Ik ben bezig te versterven. Het beste is, dat ik maar stil zit, bewegen en denken is goed voor domme menschen. Ik denk ook niet. ’t Is jammer dat ik eten en slapen moet. Liefst zou ik dag en nacht blijven doorzitten.’
Uit: Nescio, De uitvreter
Joost Swarte tekende Japi en dacht daarbij aan de kop van Vincent van Gogh.
.
De eerste uitgave van De uitvreter, in het tijdschrift De Gids, dateert van 1911.
ZIT STIL! brulde de dominee
.
ZIT STIL! brulde de dominee. En stop met dat gekwebbel!
Hoe kan ik mij nu concentreren als u steeds wat zegt?
Dit is de allerlaatste keer dat ’k met ulieden skrebbel!
Kom kom, susten de dames Groen, ’t wordt tijd dat u wat legt…
Ons schaap wordt ongedurig en dan gaat ze zitten wippen.
De dominee zei stuurs: Onder protest leg ik dan dit!
Hij nam de letters B en E en legde ze voor KIPPEN.
Bekippen?! Dat bestaat niet! riep Veronica verhit.
Vergeef mij, sprak de dominee, juffrouw, u dwaalt in dezen.
Een kippenhok dat vol zit, noemt men ook wel: goed bekipt.
Zulks heb ik eerverleden week nog in ’t Parool gelezen;
wellicht zal dat artikel aan uw aandacht zijn ontglipt?
De maat is vol! riepen de dames en het schaap eendrachtig.
Wat zijn dat nou voor woorden die u legt: kanariekoek,
neptenen, zeurkool, floddergras, vermispelen en vachtig!
We gaan nu alles opzoeken. Waar is het woordenboek?
Ze doken in de boekenkast, maar vonden geen Van Dale.
Nou moe, zeiden de dames Groen. Dan eerst maar een glas port?
En wilt u, beste dominee, de pinda’s even halen?
– Bij zijn terugkomst zag hij een totaal leeg skrebbelbord.
Ha fijn, zeiden de dames Groen, daar bent u met de drankjes…
Er is toch zo iets raars gebeurd: de tafel tjoepte om!
We hebben alles opgeraapt, de letters en de plankjes,
maar wisten niet meer hoe het lag. We spelen verder, kom!
Het schaap keek hem ondeugend aan en legde ’t woord GEVOBD.
Toen heeft hij maar verteld waar de Van Dale was verstopt.
© Judy Elfferich
.
Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: wraak).
Verzin zelf maar waarom
Een van de vaste decembergenoegens: de Nationale Wetenschaps Quiz.
Heerlijk, die verhitte discussies over zwembaden gevuld met maïzena, stinkscheten in jampotjes,
de draairichting van water in doucheputjes, en of het kwaad kan als je je eigen snot opeet.
De oervraag over bananen zat in editie 2000.
Elk jaar zijn er wel een paar vragen bij waar je een schrijfopdracht van zou kunnen maken.
In editie 2010 bijvoorbeeld deze twee:
Inspirerende vragen uit eerdere afleveringen van de NWQ:
Waarom spugen lama’s?
Hoe weet een pijnstiller waar je pijn hebt?
Klinkt een draaiorgel op een koude winterdag hoger of lager dan op een warme zomerdag?
Plassen vissen?
Waarom is de aarde rond?
Waarom is sneeuw wit?
Waarom is het ’s nachts niet licht?
Hoe komt een regenworm een zeer strenge winter door?
Wat zie je het eerst als iemand je plotseling lopend inhaalt: vorm, kleur of beweging?
Hoe spant een spin een draad tussen twee bomen die een stukje uit elkaar staan?
Waarom kijken mensen soms in de lucht wanneer je ze een vraag stelt?
Tot hoever kun je tellen?
Kan een vallende ster op je hoofd vallen?
Waarom wrijft een vlieg in zijn pootjes?
Hadden mensen vroeger een staart?