ACH GUT, zeiden de dames Groen

.
ACH GUT, zeiden de dames Groen. Oom Karel is gestorven,
in vredige berusting en zijn eigen ledikant.
We vroegen ons al jaren af: wie heeft zijn klok georven?
Maar hij was nog niet dood. Nu wel, dat staat hier in de krant.

Welaan, zo sprak de dominee, dan gaan we hem begraven.
Ik zal een Woordje Spreken tot de schare rond het graf:
wie dorstig naar vertroosting zijn zal ik volgaarne laven.
Hij pakte zijn geklede jas en borstelde hem af.

Met zonnebrillen en in ’t zwart vertrokken ze naar Zwolle –
koud waren ze op weg of ze verdwaalden in de mist.
Op de begraafplaats zei het schaap: Nu even keihard hollen!
Zo kwamen ze nog net op tijd voor ’t zakken van de kist.

De dominee die elleboogde zich terstond naar voren.
Vaarwel, sprak hij geroerd. Gij waart een Kerel van Stavast!
Daar leken de aanwezigen nogal van op te horen,
vooral een paarsgejurkte heer die klaarstond met een kwast.

Opeens ontstond er trammelant: er was een krans verdwenen!
Toen werd het schaap Veronica op heterdaad betrapt
met lint waarop te lezen stond: Rust zacht, zuster Helene.
Oeps! zei ze. Maar ik had zó lang geen lelies meer gehapt…

Heleen? zeiden de dames Groen. Dat is niet onze oom.
Op naar oom Karel! En dan straks een plakje keek met room.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, afscheidsnummer, winter 2012

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: afscheid).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

KLAAR! zei het schaap Veronica

.
KLAAR! zei het schaap Veronica. Dit vers noem ik: Ballonnen.
Van alles in mijn versjesschrift is dit het allermooist!
Nee maar! zeiden de dames Groen. Hoe kríjgt u het verzonnen?
Wat bent u toch gevoelig en begaafd en zoetgevooisd…

De dominee sprak: Mij kunt u vooreerst niet overtuigen
dat er in u daadwerkelijk Iets Zingt, Veronica.
Aan mijn sonnetten zou een Perk een puntje kunnen zuigen;
u rijmelt maar wat aan van hopsa falderaldera.

Bij volle maan bekruipt mij vaak de Drang tot declameren –
Ja gats! riepen de dames Groen. Die herrie op ’t balkon!
U dacht de coniferen ’s nachts daarmee te amuseren?
Die zijn ook aan wat rust toe, na een zomerdag vol zon!

Eilacie! kloeg de dominee. Wie schat mijn werk op waarde?
Als Onbegrepen Dichter word ik door het volk gehoond…
De Ware Kunst valt immer in ondankbaar dorre aarde
en menig poëtaster wordt met klatergoud beloond.

Wèh, snikte ’t schaap Veronica. Ik ga mijn schrift verscheuren,
ik maak er duizend snippers van en spoel ze door de plee!
Maar dat lieten de dames Groen natuurlijk niet gebeuren.
Ze snibden: Hebt u nou uw zin, meneer de dominee?

Voor een beginner dicht u toch wel aardig, gaf hij toe.
Wat dacht u van een sorbet, bij salon De Bonte Koe?

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, zomer 2012

 

 

Dit vers staat in het Zomernummer
van KortVerhaal.
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

POTDOMME, zei de dominee

.
POTDOMME, zei de dominee. We kunnen niet naar buiten…
We zijn volledig ingesneeuwd, van hier tot aan de heg.
Tompoezen of een mokkapunt, daar kunnen we naar fluiten:
wie heden naar de bakker wil, zakt tot z’n middel weg.

Veronica zei sip: Maar ik wou sneeuwballen gaan gooien,
ik wou een sneeuwpop maken met vier voeten en een staart!
De dominee sprak omineus: Tenzij het gauw gaat dooien
wacht ons een Wisse Hongerdood en eet u nooit meer taart.

Daar zaten ze mistroostig uit het serreraam te staren.
’t Leek buiten Nova Zembla wel, zo ijselijk en guur.
De dominee die telde bitter zuchtend zijn sigaren –
toen doken er twee beren op, ter hoogte van de schuur.

De dominee riep: Sodeju, ik ga hallucineren!
Aan mij verschijnen beren in een Hongervisioen.
Het is geen sivioen, zei ’t schaap. En het zijn ook geen beren.
Ze dragen wanten en een muts – het zijn de dames Groen.

Waratje, zei de dominee, ze roetsjen naar beneden
in grote dikke bontjassen, kloekmoedig op de ski!
En als mijn oog me niet bedriegt, dan trekken ze een slede
vol brandewijn en bitterkoekjes, bolknakken en brie.

Ze takelden de proviand naar binnen langs ’t balkon.
Ziezo, zeiden de dames Groen. En nu een ijsbonbon.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, dierennummer, winter 2011

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: dieren).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

ZIT STIL! brulde de dominee

.
ZIT STIL! brulde de dominee. En stop met dat gekwebbel!
Hoe kan ik mij nu concentreren als u steeds wat zegt?
Dit is de allerlaatste keer dat ’k met ulieden skrebbel!
Kom kom, susten de dames Groen, ’t wordt tijd dat u wat legt…

Ons schaap wordt ongedurig en dan gaat ze zitten wippen.
De dominee zei stuurs: Onder protest leg ik dan dit!
Hij nam de letters B en E en legde ze voor KIPPEN.
Bekippen?! Dat bestaat niet! riep Veronica verhit.

Vergeef mij, sprak de dominee, juffrouw, u dwaalt in dezen.
Een kippenhok dat vol zit, noemt men ook wel: goed bekipt.
Zulks heb ik eerverleden week nog in ’t Parool gelezen;
wellicht zal dat artikel aan uw aandacht zijn ontglipt?

De maat is vol! riepen de dames en het schaap eendrachtig.
Wat zijn dat nou voor woorden die u legt: kanariekoek,
neptenen, zeurkool, floddergras, vermispelen en vachtig!
We gaan nu alles opzoeken. Waar is het woordenboek?

Ze doken in de boekenkast, maar vonden geen Van Dale.
Nou moe, zeiden de dames Groen. Dan eerst maar een glas port?
En wilt u, beste dominee, de pinda’s even halen?
– Bij zijn terugkomst zag hij een totaal leeg skrebbelbord.

Ha fijn, zeiden de dames Groen, daar bent u met de drankjes…
Er is toch zo iets raars gebeurd: de tafel tjoepte om!
We hebben alles opgeraapt, de letters en de plankjes,
maar wisten niet meer hoe het lag. We spelen verder, kom!

Het schaap keek hem ondeugend aan en legde ’t woord GEVOBD.
Toen heeft hij maar verteld waar de Van Dale was verstopt.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, wraaknummer, winter 2010

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: wraak).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen