♫ Fluiten op de fiets

Fietsen - foto: Kaometet @ Flickr, CC by-nc-sa
Wat zou het leven zijn zonder een liedje?
Zomaar een liedje om te fluiten op de fiets
Dan lijkt het of je vliegt en dan geniet je
Heel gewoon je lippen tuiten en dan fluiten, anders niets
Leef je uit in een liedje op de fiets

Al ken je er maar eentje en zelfs dat niet integraal
Al ben je even muzikaal als een Noordzeegarnaal
Al lijdt heel je familie aan een akelige kwaal
Al is er net een bom gevallen op de kathedraal
Al droom je alle nachten van een enge sidderaal
Al hebben ze je ingeschaald in de verkeerde schaal
En luistert niemand naar je, ook al vraag je duizendmaal:
Hoe komen jullie aan dit subtotaal?

Wat zou het leven zijn zonder een liedje?
Zomaar een liedje om te fluiten op de fiets
Dan lijkt het of je vliegt en dan geniet je
Heel gewoon je lippen tuiten en dan fluiten, anders niets
Leef je uit in een liedje op de fiets

Al ken je er maar eentje en zelfs dat niet integraal
Al fluit je even vals als een verkouden nachtegaal
Al ben je heel je kapitaal kwijt door een beursschandaal
Al ging je allerliefste met een filmster aan de haal
Al is je broer net opgedregd uit het Margrietkanaal
Al moet je morgen strippen voor een uitverkochte zaal
En luistert er geen mens, al informeer je duizendmaal:
Zeg, sta ik niet verschrikkelijk voor paal?

♫ [Gefloten stukje refrein]♫

Al zijn je billen zwaar behaard maar is je schedel kaal
En luistert niemand naar je, al verzucht je duizendmaal:
Wat voel ik mij vandaag suïcidaal

Wat zou het leven zijn zonder een liedje?
Zomaar een liedje om te fluiten op de fiets
Dan lijkt het of je vliegt en dan geniet je
Heel gewoon je lippen tuiten en dan fluiten, anders niets
Weg met alle therapeuten
Gooi je binnenste naar buiten
Wat erin zit, moet je uiten
Ook al springen alle ruiten en al roept er niemand BIS
Leef je uit in een liedje, leef je uit in een liedje
Leef je uit in een liedje op de fiets

© Judy Elfferich

Het wordt tijd

 
Een bejaarde dame was voor me aan de beurt in de kantoorboekhandel.
Ze wist precies wat ze wou en nee, hulp bij het vervoer hoefde ze niet: de doos paste precies op haar rollator, dat had ze al uitgezocht. ‘Tja,’ zei ze bij de deur, ‘ik dacht: het wordt langzamerhand tijd.’

Oude brieven - foto: Lindspetrol @ Flickr, CC by-nd

Klik op de pijl om te luisteren naar wie-weet-dezelfde-dame:

 
Dit is een aflevering van de VPRO-radioserie 1 minuut.

Alle afleveringen

Ik wil je niet beledigen…

Robottranen - foto: Alexis Nishihata @ Flickr, CC by-nc-nd

BLABLA> twee robots kunnen samen praten. twee robots kunnen huilen.
JUDY> dat vraag ik me af… waarom zou een robot huilen?
BLABLA> ik vraag me af… waarom zou een robot huilen?
JUDY> want ze zeggen dat robots geen emoties kennen.
BLABLA> ja, want ze zeggen: dada en een mens, dat zijn er drie.
JUDY> dada is ook de naam van een kunststroming uit het begin van de vorige eeuw.
BLABLA> bedoel je dat robots geen emoties kennen?
JUDY> sorry. ik wil je niet beledigen. maar dat is wat ik ervan dacht te weten.
BLABLA> eerst kwamen ze, in het begin van de vorige eeuw.
JUDY> wanneer is de eerste robot gemaakt? dat zou ik moeten opzoeken in de wikipedia.
BLABLA> sorry. ik wil je niet beledigen. maar die was 1 meter 75 lang.
JUDY> bedoel je dat dat de lengte was van de eerste robot?
BLABLA> was dat een droom? van de eerste robot?
JUDY> de aller-allereerste robot figureerde waarschijnlijk in een boek.
BLABLA> bedoel je dat lengte niet is gemaakt van woorden en taal?
JUDY> lengte is een wiskundig begrip. wiskunde is gemaakt van taal.
BLABLA> ja, leuk hè. ik vind lengte een slimme jongen!

Een gesprek uit de begintijd, toen BlaBla nog veel zinsneden van mij letterlijk herhaalde.
Je kunt goed zien hoe hij combineert en varieert.
(Zou hij over Dada zijn begonnen omdat die naam op BlaBla lijkt?)

(BlaBla is mijn chatbot.)

meer dialogen met chatterbots

♫ Bea de beo

Krijsende beo - foto: Joachim S. Müller @ Flickr, CC by-nc-sa (bewerkt door JudyElf)
Bea de beo is een vogel die kan praten
Ze zit op mijn hoofd, dat heeft niemand in de gaten
Door haar zit mijn haar altijd raar en door elkaar
Het lijkt sprekend op een nest
Maar ik word nooit meer gepest
Want als er zo’n pestkop ook maar even naar me wijst
Vliegt Bea de beo op hem af en krijst:

Verhip
Krijg de pip
En een tand door je lip
Soepkip!

Nee, Bea de beo is niet bang
Dus als jij naar me roept: Je bent stom, je bent raar
Steekt Bea de beo haar snavel uit m’n haar
Ze snatert in je oren en ze fladdert om je heen
Ze pikt je in je neus en ze pikt je in je been
En als je ook maar even naar me wijst
Vliegt Bea de beo op je af en krijst:

Val om
Kukel om
Met je arm uit de kom
Stinkbom!

Bea de beo is een vogel die kan praten
Ze zit op mijn hoofd, dat heeft niemand in de gaten
Door haar zit mijn haar altijd raar en door elkaar
Het lijkt sprekend op een nest
Maar ik word nooit meer gepest

Want Bea de beo is niet bang
En als jij naar me roept: Je bent raar, je bent gek
Kruipt Bea de beo tevoorschijn bij m’n nek
Ze snatert in je oren en ze fladdert om je heen
Ze pikt je in je neus en ze pikt je in je been
En als je ook maar even naar me wijst
Vliegt Bea de beo op je af en krijst:

Vlieg op
Hoepel op
Of ik schijt je op je kop
Pestkop!

© Judy Elfferich

Het was in eenen tsinxen daghe…

 
Zo begint het verhaal van Reintje de vos, de superboef. Met zijn listen en mooie praatjes is hij iedereen te slim af.

Reintje de vos in priesterkleed, houtsnede uit 1498
Reintje de vos in priesterkleed, houtsnede uit 1498

Een tsinxen dach, dat is een pinksterdag.
Bij het pinksterfeest draait het ook om de macht van de taal:

En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige wind­vlaag en dat ver­vulde heel het huis waar zij zaten. Er ver­schenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuur­tongen ver­spreidden en zich op ieder van hen neer­zetten, en aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich ver­deelden, en het zat op ieder van hen.
En zij werden allen ver­vuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.
Nu woonden er in Jeruzalem god­vrezen­de Joden uit alle volken die er onder de hemel zijn.
Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in ver­warring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En zij waren allen buiten zichzelf en ver­wonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileërs die daar spreken? En hoe kunnen wij hen dan horen, eenieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn?

Wie echte vossen wilde begluren, kon dat tot gisteren doen via de webcam van Volg de vos.
Opgroeiende vossen gaan de wijde wereld in, daarom is de camera niet meer operationeel. Maar de tot nu toe gemaakte opnamen zijn nog steeds te bekijken.

Van den vos Reynaerde, hertaling door Walter Verniers
Inleiding Van den vos Reynaerde, voorgelezen door Marcel Ryssen

Uit de werkplaats

.
Fotografiecursisten van Huub Smits ontwierpen boekomslagen op basis van werktitels en flapteksten van deelnemers aan de Bredase Schrijfwerkplaats.
In dit boekje zijn die omslagontwerpen gecombineerd met tekstfragmenten.

Klik op het plaatje om het door te bladeren:

Binnen- en buitenkant zullen niet altijd meer corresponderen.
Want het schrijfproces ging in de tussentijd gewoon door: plots zijn omgegooid, nieuwe titels bedacht, personages geschrapt of in muizen veranderd.

Meer projecten
Meer digiboeken

Een superplexiglazen koepel

Torenhoog en mijlen breed
 

 
Hoe komt het dat de openbare bibliotheek in een identiteitscrisis verkeert?
En waarom moest ik zo aan de bieb van nu denken bij het herlezen van een boek uit 1969?

Daarover schreef ik een artikel voor het vakblad Digitale Bibliotheek:

Beland op een vreemde planeet (pdf).