Nostalgie

pale blue dot

Kijk, daar was het
waar wij woonden: pale blue dot,
inktspatje uit de kroontjespen van God.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 25, ‘Klimaatverandering’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 25, ‘Klimaatverandering’.

 

 

Over pale blue dot
De foto, op de site van NASA

Schollevaar

aalscholver - foto: Jim Whitaker @ Flickr, CC by-nd

Schollevaar, wat sta je daar
op die paal, onafgebroken,
met je vleugels wijd gespreid?

Kom je ons hypnotiseren,
levend standbeeld, kormoraan?
Kom je onheil profeteren,
zwarte engel, dominee?

Hang je aan de lucht genageld
na je laatste avondmaal,
welbekende martelaar?

Regel je het grensverkeer
tussen land en lucht en water,
strenge wachter, douanier?

Gluur je in de dieperik,
totemvogel, vissenschrik?
Heb je scholen toegesproken,
vrachten zilver opgedoken?

Eb wordt vloed en vroeger later;
op de roltong van de zee
telkens weer een nieuw verhaal.

En jij staat daar, staat daar maar,
vogel uit vervlogen tijd,
schollevaar.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 23, ‘De lucht is van de vogels’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 23, ‘De lucht is van de vogels’.

 

 

Vandaag werd ik verrast met deze Franstalige versie:

.
CORMORAN

Cormoran, que fais-tu là,
haut perché et immobile,
tes grandes ailes déployées ?

Tu veux nous hypnotiser,
sans bouger, corbeau pêcheur ?
Tu veux nous porter malheur,
ange noir, prédicateur ?

Tu serais cloué au ciel,
à la croix après la cène,
toi, martyr si renommé ?

Tu surveilles tout va-et-vient
sur la terre, dans l’eau, dans l’air,
douanier, gardien sévère ?

Tu scrutes l’eau en profondeur,
totem noir, oiseau terreur ?
Tu t’adresses aux bancs de truites
pour les avaler ensuite ?

Marée haute suit marée basse ;
le passé devient futur
et la mer roule ses récits.

Toi, tu restes là, perché,
droit et fier, oiseau d’antan,
cormoran.

© vertaling: Jan Robert Braat

Met dank aan Jan Robert Braat (klik) voor zijn toestemming om de vertaling hier te posten.

Modderliedje

spletsj splatsj - illustratie: DALL-E & JudyElf, CC by-nc-sa

Mijn paarse laarzen van rubber
zitten helemaal onder de blubber.

Rondgesprongen, hard gezongen,
spletsj splatsj! gladde modderbaan.
Uitgeglibberd, nat gebibberd.

Klodders op mijn mouwen,
klodders op mijn broek.
Kouwe oren, muts verloren,
wanten zoek.

Droge sokken, krentenbrood.
Warme choco, grote slokken.
Paarse deken, poes op schoot.

Morgen lekker, spletsj splatsj!
mijn laarzen weer aan.

© Judy Elfferich

.
Dwarrelbos. Bundel met herfstversjes

 
Dit gedicht staat in Dwarrel­bos. Bundel met herfst­versjes. Prenten­boeken­Plus, 2023.

 

 

Bedacht

bedacht

Er was eens een heelalletje,
dat had zichzelf bedacht.

‘Waar haal je het vandaan?’
wou ’t Zwarte Gatblad weten.
‘Hoe krijg je ze verzonnen,
al die sterren en planeten?’

‘Het ging met een klein knalletje,
een heel bescheiden scheetje
gewoon maar uit verveling.
Dat gaf een beetje speling
voor wat verbeeldingskracht.’

‘En toen ben je zo uitgedijd.
Hoe pakte je dat aan?’

‘Dat is vanzelf gegaan.
Maar nu is overal altijd
gewemel en gehemel…
Waar ben ik aan begonnen?
Ik wil weer gapend niksen,
ik ga die mikmak fiksen
en word weer niemendalletje.’

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 28, ‘Het heelal

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 28, ‘Het heelal’.

 

 

Waarschuwing

Is de zomertijd voorbij,
hoor je ’s avonds op de hei
weer de witte wieven joelen,
vraag dan niet wat ze bedoelen.

Zijn de dagen kort van duur,
zie je rond het blauwe uur
weer de witte wieven zweven,
ren dan, ren dan voor je leven.

Grijpt zo’n wief je bij je haar,
ai, dan blijf je aan haar plakken
en verdwijn je in de mist.

Eeuwig snakkend naar een kist
zul je in de zomp verzakken.

Nooit van huis dus zonder schaar.

© Judy Elfferich

Jij bij mij

.
Verschenen als poëzieposter bij Plint:

Plint-poëzieposter Jij bij mij
[Klik op afbeelding voor meer info | tekst: © Judy Elfferich | beeld: © Grootzus]

.
JIJ BIJ MIJ

De deurknop glundert, blij verrast.
De bel begint te zingen.
De deur knerpt: ‘Toe maar, loop me plat!’
‘Welkom! Welkom!’ blaft de mat.
De kapstok buigt en aait je jas.

Kaarsjes staan in vuur en vlam.
Tulpen wiebelen op hun stelen
en draaien zich naar jou.
Er trilt een snaar van de gitaar:
‘Hee, wil je samen spelen?’

Twee stoelen schuiven naar elkaar.
Twee glazen giebelen in de kast.
‘Hè hè, waar bleef je nou?
We dachten dat je nooit meer kwam…’
verzuchten alle dingen.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 29, ‘Thuis

 

Dit gedicht staat ook in DICHTER. 29, ‘Thuis’.

 

 

Chinees liedje in Europa

voor mijn petekind Isabel Clara

Xavier Nogués, waaier ‘El amor’ - website Museu Nacional d’Art de Catalunya, Barcelona (www.museunacional.cat), CC by-nc-sa
[Klik op plaatje voor vergroting]

Meisje met waaier
loopt over brug heen
hoog boven koelte
van stromend water.

Heren in jasjes
staan vanaf oever
brug zonder leuning
te bestuderen.

Meisje met waaier
en jurk met stroken
wil iemand vinden
om mee te trouwen.

Maar alle heren
hebben al vrouwen
met blonde haren
en bleke woorden.

Zingende krekels
ergens in ’t westen.

(Meisje loopt verder
door groene weide.)

Zingende krekels
ginds onder bloemen.

(Heren verdwijnen
richting het noorden.)

Federico García Lorca (1898-1936) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Nominatie Nederland Vertaalt 2023.
Alle genomineerde vertalingen S-N: klik.
Mijn eveneens genomineerde vertaling D-N werd bekroond: klik.

.

De oorspronkelijke tekst:
.

CANCIÓN CHINA EN EUROPA
A mi ahijada Isabel Clara

La señorita
del abanico
va por el puente
del fresco río.

Los caballeros
con sus levitas
miran el puente
sin barandillas.

La señorita
del abanico
y los volantes
busca marido.

Los caballeros
están casados
con altas rubias
de idioma blanco.

Los grillos cantan
por el Oeste.

(La señorita
va por lo verde.)

Los grillos cantan
bajo las flores.

(Los caballeros
van por el Norte.)

(uit: Canciones infantiles, 1921)

Spinnentruc

spin (Edmund Dulac)

Dag spinnetje, net uit je ei,
wordt dit je allereerste web?
Hoe maak je een beginnetje?
Hoe kom je naar de overkant,
met hulp van een vriendinnetje?
Vertel dat eens aan mij.

Hoe of dat gaat? Mij helpt de wind.
Ik maak een dunne draad die plakt
en door de lucht kan zweven
en daarmee ga ik vliegeren.
Zodra hij aan een afdak, tak
of vuilnisbak blijft kleven,
begint mijn circusact.
Wiegelend en bevend
dans ik heen en weer – O wacht,
een mug. Die moet ik even –
Dag mensenkind! Ik ga nu vlug.

© Judy Elfferich

.
Dwarrelbos. Bundel met herfstversjes

 
Dit gedicht staat in Dwarrel­bos. Bundel met herfst­versjes. Prenten­boeken­Plus, 2023.

 

 

Buitenhuisjes

Grote huizen hebben kleintjes
op een paal of aan een gevel
waarin spullen buitenspelen,
waarin dingen bivakkeren
als ze met vakantie gaan.

Zoek je avonturenboeken,
zelfgebakken krentenkoeken,
kippeneitjes vers gelegd?
Krap geworden kinderkleren,
zelfgeplukte jutteperen?
Alles vind je langs de weg.

Wil je warme winterwanten,
zelfgekweekte aardbeiplanten,
huisgemaakte appelstroop?
Echt antieke tafelpoten,
zelfgeraapte hazelnoten?
Allemaal te geef, te koop.

Zwoele paarse pauwenveren,
bruut verstoten teddyberen
komen graag bij jou logeren,
kijken je verlangend aan.
Mag je hebben voor een schijntje.

O, jij wilt geen hebbedingen?
Jij hebt zelf nou net je hele
schuur en zolder opgeschoond
en zoekt rust voor mijmeringen?

De gastvrijste buitenhuisjes
zijn die waar Maria woont.

© Judy Elfferich

Mariakapelletje - foto: Geert Budenaerts @ Wikimedia Commons, CC by (bewerkt door JudyElf)

Dit gedicht maakt deel uit van het kunstproject In Between van Lea Adriaans & friends.

project In Between
expositie In Between 2, KEG Schijndel, 30 oktober – 8 december