Mijn paarse laarzen van rubber
zitten helemaal onder de blubber.
Rondgesprongen, hard gezongen,
spletsj splatsj! gladde modderbaan.
Uitgeglibberd, nat gebibberd.
Klodders op mijn mouwen,
klodders op mijn broek.
Kouwe oren, muts verloren,
wanten zoek.
Droge sokken, krentenbrood.
Warme choco, grote slokken.
Paarse deken, poes op schoot.
Morgen lekker, spletsj splatsj!
mijn laarzen weer aan.
© Judy Elfferich
.
Dit gedicht staat in Dwarrelbos. Bundel met herfstversjes. PrentenboekenPlus, 2023.