POTDOMME, zei de dominee

.
POTDOMME, zei de dominee. We kunnen niet naar buiten…
We zijn volledig ingesneeuwd, van hier tot aan de heg.
Tompoezen of een mokkapunt, daar kunnen we naar fluiten:
wie heden naar de bakker wil, zakt tot z’n middel weg.

Veronica zei sip: Maar ik wou sneeuwballen gaan gooien,
ik wou een sneeuwpop maken met vier voeten en een staart!
De dominee sprak omineus: Tenzij het gauw gaat dooien
wacht ons een Wisse Hongerdood en eet u nooit meer taart.

Daar zaten ze mistroostig uit het serreraam te staren.
’t Leek buiten Nova Zembla wel, zo ijselijk en guur.
De dominee die telde bitter zuchtend zijn sigaren –
toen doken er twee beren op, ter hoogte van de schuur.

De dominee riep: Sodeju, ik ga hallucineren!
Aan mij verschijnen beren in een Hongervisioen.
Het is geen sivioen, zei ’t schaap. En het zijn ook geen beren.
Ze dragen wanten en een muts – het zijn de dames Groen.

Waratje, zei de dominee, ze roetsjen naar beneden
in grote dikke bontjassen, kloekmoedig op de ski!
En als mijn oog me niet bedriegt, dan trekken ze een slede
vol brandewijn en bitterkoekjes, bolknakken en brie.

Ze takelden de proviand naar binnen langs ’t balkon.
Ziezo, zeiden de dames Groen. En nu een ijsbonbon.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, dierennummer, winter 2011

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: dieren).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

Driekoningen

 
Driekoningenavond op Nova Zembla, in 1597 (uit het dagboek van Gerrit de Veer):

Na het zware werk van die dag bedachten we ons dat het Driekoningen moest zijn.
We vroegen de schipper toestemming om het feest te vieren, om ons treurig bestaan
wat op te fleuren. We leverden allemaal een deel van ons wijnrantsoen in. Er was nog
twee pond meel, eigenlijk bedoeld als stijfsel voor de kardoezen, waar we met olie
pannekoeken van bakten. We namen elk een wittebroodsbeschuit van ons rantsoen
en sopten dat in de wijn. We hadden zo’n plezier, dat we ons verbeeldden bij onze
vrienden in Nederland te zijn; het eten smaakte ons zo goed als de heerlijkste
maaltijd thuis. We hadden ook briefjes uitgedeeld en onze konstabel was Koning
van Nova Zembla; een land van 200 mijl lang, gelegen tussen twee zeeën.

Drie koningen, drie koningen

Een driekoningenherinnering van Ed Schilders