Croquet met de Koningin

.
Anica Boulanger-Mashbergs gedicht The Queen’s croquet gaat over hoofdstuk 8 van Alice in Wonderland. Ze speelt erin met If, een klassieker van Rudyard Kipling.

Voor BoekieBoekie maakte ik een vertaling (klik op plaatje voor vergroting):

Croquet met de Koningin - vertaling © Judy Elfferich, illustraties © Oona Mäkelä
vertaling © JudyElf | beeld © Oona Mäkelä (winnaar stArt Award 2015) | uit: BoekieBoekie 97, ‘Met Alice in Wonderland’

Over Kiplings gedicht If
If in heel veel talen (o.a. 2x Nederlands)
Alice in Wonderland, Chapter 8

Verbazistan

Alice-speelkaart

Een game van Alice:
VERBAZISTAN
(waar kaarten geen spel is)

Start
Tik op het Konijn, en dan
gaat het horloge lopen.
Welkom in Verbazistan:
je droomt met ogen open!

Level 1: Dwars door de aarde heen
Duik in het konijnenhol
en val en val en val…
Jampotten staan overal.
Neem een lik en zet ze weer
ergens op een kastplank neer.

Level 2: Een zelfgehuilde zee
In je eigen zoute tranen
zwem je rondjes met een Muis.
Wees voorzichtig met verhalen
over thuis (je hond, je kat),
voor het verkeerd wordt opgevat.

Level 3: Droog door eigen energie
Zo nat als wat, wat doe je dan?
Een droog relaas (je gaapt ervan)?
‘Nee’, zegt de Dodo wijs.
‘Hup, rennen maar zo hard je kan,
een wedstrijd, altijd prijs!’

Level 4: Bediende van een dier
Alles wat je eet of drinkt
maakt dat je meters groeit of krimpt.
Je laat je om een boodschap sturen,
neemt op de gok een hap, een slok
en zit dan klem tussen vier muren.

Level 5: Hoe lang wil jij je lijf?
Misverstand na misverstand:
hij wil je maar niet snappen,
die lijp met zijn waterpijp.
Maar dan leert hij je happen
van de ene en de andere kant.

Level 6: Een blèrbig krijgt de fles
Niemand eet de peperhete
soep. Servies vliegt om je oren,
het gekrijs is niet om aan te horen.
Ontwijk de pannen en de borden
tot het kind een varken is geworden.

Level 7: Voorgoed op de thee gebleven
Hoor de Zevenslaper snurken:
‘De Hoedenmaker en de Haas
zitten al sinds maart helaas
thee te leuten, thee te lurken.
Blijf hier niet je tijd verteuten…’

Level 8: Alle spelers in Haar macht
Een Koningin krijgt altijd haar zin.
Met flamingo’s egels raken
moet een goede indruk maken.
Ongehoorzaam? Dan voor straf
iedereen z’n kop eraf!

Level 9: Wat zij als schoolvak kregen
De Schildpad zegt: ‘Niks was toen nog nep.
Ook ik was echt. En het was altijd eb.
Strand- en wierkunde, hengels, viskunde
leerden wij van onze meester
op onderwaterschool De Zeester.’

Level 10: Heb je ooit zo’n dans gezien?
Dans voor de grap eens met een krab.
Buig en draai, zwier en zwaai,
ene twee, ene twee.
Zwiep je partner ver in zee,
vis haar weer op, en hoplakee!

Level 11: Opeens groei je vanzelf
Wablief? Hartenboer een taartjesdief?
Het Witte Konijn leest de aanklacht voor
en dan begint het kruisverhoor.
Eerst getuigen alle anderen,
terwijl jij je voelt veranderen…

Level 12 gehaald? Zet het ze betaald
Waarover maak je je toch druk?
Speelkaarten zijn het, stuk voor stuk!
Die maffe kudde kan het wel schudden.
Sleep alle kaarten naar het doosje;
je score staat op het horloge.

Tip
Er is nog een game van Alice:
Spiegelland (waar schaken geen spel is).

© Judy Elfferich

 
BoekieBoekie 97

 

Dit gedicht staat in BoekieBoekie 97:
‘Met Alice in Wonderland’.

 

 

Met dank aan Pieter Steinz voor zijn toe­stemming om de naam Verbazistan te gebruiken. (NRC-column: ‘Lezen met ALS. Avonturen in Verbazistan’: klik.)

Acht ogen, acht poten

Schaduwspin, gemaakt door Mara van der Schoof (8 jaar)

Ik schrik me een hoedje
want daar is Anansi!
Acht ogen, acht poten:
Anansi de spin.

Hij hangt in z’n hangmat
en haakt aan een vangnet.
Stoer roep ik: ‘Wat moet je?
Daar trap ik niet in!’

‘O nee?’ zegt Anansi.
‘Ik weet waar jouw huis woont.
Ik weet wat jouw bed droomt.
Daar kruip ik straks in.’

Wat voel ik? Daar flanst ie
een kleverig goedje.
Hoe danst ie, hoe schranst ie!
Zo pakt ie me in.

Hij roept: ‘Hé, jij doetje!
Ik weet wat jouw pan eet.
Ik weet hoe jouw naam heet.
Jou lust ik als toetje.’

Dag matties, ik groet je!
Straks slikt ie me in…
Acht ogen, acht poten:
Anansi de spin.

© Judy Elfferich

BoekieBoekie 96
 

Dit gedicht staat in BoekieBoekie 96:
‘In het web van Anansi’.

 

Twee koningskinderen
(maar dan andersom)

.
Een bekend middeleeuws lied begint zo:

Het waren twee conincskinderen

Van de Griekse oudheid tot nu zijn er nog veel meer gedichten en liederen geschreven over deze twee gelieven. Soms heten ze Hero en Leander, meestal hebben ze geen naam. Maar altijd zijn ze on­bereik­baar voor elkaar doordat er water tussen zit.

Dat heb ik omgedraaid: de konings­kinderen zijn hier zee­meer­mensen, ze wonen in het water en worden gescheiden door een berg.

Twee koningskinderen, illustratie © Yella Roth

TWEE KONINGSKINDEREN

Er waren twee koningskinderen
die misten elkaar zo erg:
ze konden niet samen zwemmen
want tussen hen stond een berg.

Waar blies zij op? Een kinkhoorn,
een zeeschelp zoet van toon,
om hem de weg te wijzen,
die jonge koningszoon.

De berg van zand en stenen
was hard en steil en droog.
Daar liep hij op zijn handen
de lange weg omhoog.

Zo klom hij naar de top toe;
daar was het smorend heet
met dikke zwarte rook die
hem in de ogen beet.

En zij, de koningsdochter
met lokken lang en blond,
zij zette vol verlangen
de kinkhoorn aan haar mond.

Maar ai! een vinnig viswijf,
jaloers op haar geluk,
dook op vanuit de diepte
en sloeg de kinkhoorn stuk…

Lees verder

© Judy Elfferich

Deze herdichting staat in BoekieBoekie 95: ‘Koningskinderen’.
Oorspronkelijke versie: klik.

Doorfluisterversje

Oor
Ken je dat spelletje?
‘Telefoontje’ noemden wij het: iets doorfluisteren tot het heel wat anders wordt.

PSSST…

Luister goed en fluister door
Ruiters zoeken duister spoor
Duizend boeven zuid en noord
Sluit de deuren en de poort
Oude spreuken houden woord

Paarden stuiven door het woud
Pijlen fluiten langs een hoed
Reisgenoten ga met spoed
Duister klonk een laatste groet
Fluister door en luister goed

© Judy Elfferich

Dit versje gaat over een lievelingsboek van mij. Zal ik je de titel in je oor fluisteren?
  De dief klom de boom in.
Nee nee, dat zei ik niet! Luister nog eens goed:
  Je stiefbroer lust honing.
Weer verkeerd verstaan! Nog één keertje dan:
  Een lief soort beloning.

Dit doorfluistergedicht staat op het digitale BoekieBoekie-portaal ‘Het cadeau’.

Documenten van De Zwarte Hand

.
Met zijn vrienden Peentje en Engeltje richtte Pietje Bell een geheime club op: De Zwarte Hand.
Als je daar lid van wilde worden, moest je eerst een proef afleggen:

Geduldig in afwachting van de dingen die komen zouden, zaten de twee jongens op een kist tegen de muur.
    Pietje Bell zette een grote hoed op, die met een rode veer versierd was. Zijn adjudants, Peentje en Engeltje, hadden rode mutsen op het hoofd. Pietje plaatste zich aan de tafel, waarop een groot boek lag met witte vellen. Een nieuwe pen lag in gereedheid.
    ‘Adjudants, blinddoek de nieuwe leden,’ sprak de roverhoofdman.
    Ogenblikkelijk sprongen Peentje en Engeltje op en bonden doeken voor de ogen van Kees en Jaap.

Na de proef moest je de eed uitspreken:

‘Ik zweer trouw aan de geheime roversbende “De Zwarte Hand” en beloof gehoorzaamheid aan de hoofdman. Ik beloof alle geheimen te bewaren en aan niemand ter wereld de plaats van samenkomst te verraden.’

Als dat allemaal was gebeurd, moest je met bloed je naam opschrijven en werd je ingewijd in de geheimen van de club. Je leerde het geheime teken (je duimen in je oren steken) en je kreeg het wachtwoord te horen.

Hier zie je het document waarmee iemand officieel lid werd van de club – en het document waarmee een verrader eruit werd gegooid (allebei in geheimtaal, natuurlijk):

De Zwarte Hand, illustratie © Sharona Bessems
De Zwarte Hand, klik voor vergroting | beeld © Sharona Bessems (nominatie stArt Award 2014) | tekst © JudyElf

Deze documenten zijn zó geheim dat ze niet eens voorkomen in de boeken over Pietje Bell.

(Maar ze staan wel in BoekieBoekie 94: ‘De Zwarte Hand en andere avonturen van Pietje Bell’. En in de BoekieBoekie-agenda 2014-15.)

Koekhappen met Alice

.
Op je verjaardag word je groter, maar op je onjaardag kun je ook krimpen…
met sleutelkoek van Alice!

(Misschien ken je haar uit Alice in Wonderland?)
Onjaardagsspel Alice
ONJAARDAGSSPEL

Alice wil op haar onjaardag groei-en-krimpkoek happen,
dus staan er zeven ladders klaar en negen keukentrappen.
De Dodo heeft aan iedereen bij Alice in de buurt
de spelregels en het recept van sleutelkoek gestuurd:
de Hoedenmaker en de Haas, de Hertogin, de Rups,
de Hartenboer, de Koningin, de Muis – de hele bups.

Eet één sleutel en o jee! je hoofd schiet door het dak,
eet een andere en je past in ’t huisje van een slak.
Fiedeldop wordt twintig keer zo groot als Fiedeldij
en Wiggel Waggel lijkt opeens wel een kanarie-ei;
iedereen rent keukentrappen af en ladders op…
Dan weerklinkt een fluitsignaal en roept de Dodo: Stop!

De blinddoeken gaan af. Wie is te groot en wie te klein?
Wie neemt de allerlaatste hap? – Het is het Wit Konijn.
Hij is zo’n beetje even groot als toen ze ’t spel begonnen
en past weer in z’n jasje, dus hoera! hij heeft gewonnen.

© Judy Elfferich

BoekieBoekie 93
 

 

Dit gedicht staat in BoekieBoekie 93, ‘Het cadeau’, een verjaardagskalender vol boekenhelden.

Zie ook: Feest!-workshops voor de basisschool (klik).

 

 

Schradijf met bladoed hier je naam

.
Elk jaar zijn er twee BoekieBoekie-wedstrijden voor kinderen: de SchrijfPrijs en de KunstKwast. Dit keer gaan die allebei over Pietje Bell en zijn geheime club De Zwarte Hand.

Hier zie je het document (in geheimtaal, natuurlijk) waarmee iemand lid werd van Pietjes club:

Wedstrijdposter De Zwarte Hand
BoekieBoekie-wedstrijdposter 2014, klik voor vergroting | beeld © Wendy Panders | tekst © JudyElf

Wil je ook het geheime document bekijken waarmee een verrader de club uit werd gegooid? Dat kan. Dan zie je meteen de spelregels, met teken- en schrijftips: klik.

Er is trouwens ook een wedstrijd voor beginnende illustratoren: de stArt Award, klik.

Sluitingsdatum voor alle drie de wedstrijden: 1 april.

Zwanendonzen manteltje

Zwanendonsveertje - CC-0
In mij ben je gevonden,
Rémi, mij had je aan.
Zo liet iemand je achter
in een Parijse laan.

Je droeg poepsjieke kleertjes
met goudborduur en kant
en duizend zachte veertjes.

Daarmee hield ik jou warm
net zoals lang geleden
mezelf als zwaan.

De vinder dacht: dit is
een hooggeboren kind,
geen boertje maar een heertje,
daar kleeft vast rijkdom aan.

Ook ik was ooit verdwaald,
bij moeder weggehaald.
Ik hoorde nergens bij.

Ik stak mijn kop naar buiten
en hoorde: ‘Lelijk kuiken,
blijf jij maar in je ei!’

Toch is dat goedgekomen.
Van zielig buitenbeentje
werd ik een trotse zwaan.
Het leven ging voorbij…

Toen maakten ze van mij,
van al mijn witte dons,
een manteltje voor jou.

Nu lig ik in een kast
al acht jaar opgesloten,
de sleutel lijkt gebroken.

Je moeder zoekt je vast,
ze is je niet vergeten.
’s Nachts hoort ze in haar dromen
jou huilen van de kou.

Rémi, als je haar vindt,
geef haar die oude kleertjes
met onze donzen veertjes.

Dan zal ze zeker weten:
dit is mijn eigen kind,
hij hoort bij mij.

© Judy Elfferich

Dit gedicht staat in BoekieBoekie 92: ‘Alleen op de wereld’
(themanummer i.s.m. Maas theater en dans).

BoekieBoekie (tijdschrift)
Alleen op de wereld (beginfragment boek + nawoord August Willemsen)