Cultuur

Kintsugi - foto: Guggger @ Wikimedia Commons, CC by-sa (bewerkt door JudyElf)

Wij zijn oeroud.
We rooiden alle bomen,
we bakten alle klei.

Het woeste woud is lang voorbij.
Maar wildernis zit nog in mij.

De goden hebben lang niet meer gesproken.
Die moeten ook weleens een eeuwtje slapen.

Al onze potjes zijn al duizendmaal gebroken.
Steeds nieuwe mensen komen
scherven oprapen, ze lijmen met goud.

© Judy Elfferich

De veer

.
Een veertje zweefde over land;
een nijlpaard soesde in het zand.

De veer zei: ‘Als ik die eens wek?’
Ze hield graag anderen voor de gek.

Ze liet zich op het nijlpaard neer
en kietelde zijn dikke leer.

Het nijlpaard opende zijn tater
en barstte uit in luid geschater.

Joachim Ringelnatz (1883-1934) | © vertaling: Judy Elfferich

.

Kleianimatie: Cornelia Anders.

.
Het oorspronkelijke gedicht: Die Feder
Over Joachim Ringelnatz