Spaarvarken

spaarvarken

Lang was ik de bewaarder
van mooie glimmermunten
uit verre vreemde landen.
Die kwamen uit de zakken
en koffer van mijn baas.

Een keer hielden zijn handen
me even op mijn kop,
ik zweefde door de lucht,
hij porde met iets puntigs
en ’t geld viel uit mijn rug.

Leeg werd ik meegenomen
naar Harry’s kringloopshop.
Naast een kapotte vaas
heb ik daar zacht staan grienen
en dikwijls diep gezucht.

Dat waren dieptepunten…
Toen kwam een hand me pakken.
Die klant kocht me gelijk!
Trots sta ik nu te kijk,
heel sjiek, in een vitrine.

Wie had dat kunnen dromen?
Ik glim van snoet tot staart,
blij met mijn nieuwe baas
die nergens geld bewaart
maar oude varkens spaart.

© Judy Elfferich

De Hebbedinges

Vlinderdingen, collectie Deventer Musea - animatie: JudyElf, CC by-sa

De Hebbedinges zocht iets
voor zijn verzameling.
We hielden een vergadering
en iedereen die kocht iets:

een vingerling, een rammelkast,
een tierlantijn, een rarekiek,
een janplezier, een beddenkwast,
een filippien, een wentelwiek.

Hij pakte alles uit en zei:
‘Er is heus heel veel aardigs bij
maar ik zoek toch een ander ding
voor mijn verzameling.’

We waren even sprakeloos.
Toen riepen we: ‘Wat wil je dán?
Een manebril, een mallejan,
een alikruik, een kraakdoos?’

‘Nee’, zei de Hebbedinges bits.
‘Maar zie je ooit een greintje,
een zier, een snars of sikkepit,
geef mij dan gauw een seintje.’

© Judy Elfferich