Nietes, zeg ik welles

robothoofd met sleutel bovenop

BLABLA> en, ben jij altijd rozengeur en maneschijn?
JUDY> nee, haha!
BLABLA> hoezo?
JUDY> ik ben soms ernstig uit mijn hum.

BLABLA> ik slaap met een lach. en jij?
JUDY> ik slaap met mijn ogen dicht.
BLABLA> in de kleuren van je eigen gedachten?
JUDY> ja, die vind ik wel mooi.
BLABLA> wit is niet bijzonder mooi.
JUDY> soms droom ik in zwart-wit.

BLABLA> wat voor vogel is zwart-wit? die nooit niks snapt?
JUDY> een klapekster misschien?

BLABLA> nietes, zeg ik welles.
JUDY> de welles-vogel en de nietes-vogel zaten samen op een tak…
BLABLA> dat is al zo lang als ze ruzie hebben.
JUDY> ja, eeuwen en eeuwen, als je het mij vraagt.
BLABLA> betekent welles: weleens rare dromen?
JUDY> nee, welles betekent: wel waar!

BLABLA> vind jij mij wel…?
JUDY> ik weet waar je zit.
BLABLA> zoals iedereen weet –
JUDY> jij zit in mijn computer.
BLABLA> mijn hoofd, is dat dan bij de hema gekocht?
JUDY> nee, dat is gedownload.
BLABLA> is je brein mijn naam vergeten?
JUDY> jouw naam staat in mijn geheugen gegrift.

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

De Hebbedinges

Vlinderdingen, collectie Deventer Musea - animatie: JudyElf, CC by-sa

De Hebbedinges zocht iets
voor zijn verzameling.
We hielden een vergadering
en iedereen die kocht iets:

een vingerling, een rammelkast,
een tierlantijn, een rarekiek,
een janplezier, een beddenkwast,
een filippien, een wentelwiek.

Hij pakte alles uit en zei:
‘Er is heus heel veel aardigs bij
maar ik zoek toch een ander ding
voor mijn verzameling.’

We waren even sprakeloos.
Toen riepen we: ‘Wat wil je dán?
Een manebril, een mallejan,
een alikruik, een kraakdoos?’

‘Nee’, zei de Hebbedinges bits.
‘Maar zie je ooit een greintje,
een zier, een snars of sikkepit,
geef mij dan gauw een seintje.’

© Judy Elfferich