De krokodil

.
Krokedook

Geen ondier waar ik zo van ril
als Krokedook, de krokodil.
Op zaterdag stopt hij als snack
zes malse kinderen in zijn bek.
Een meid lust ie, een jongen ook;
graag drie van allebei voor Krook.
Hij pakt de mosterd (pittig spul)
en smeert een lik op elke knul.

Pikante mosterd past niet echt
bij meidenstaart en meidenvlecht.
Maar zalig smaken meiden wel
met toffee en met karamel.
De jongens scherp, de meiden zoet:
iets wat je zeker proeven moet.
Dat is wat Kroko ervan vindt –
en die eet dus al jaren kind.

Zo. Welterusten, uit dat licht.
Doe jij maar fijn je ogen dicht…
Sst. Luister eens en zet je schrap:
wat stommelt daarzo langs de trap?
Op slot die deur, pak m’n geweer!
Schiet op, hij gaat enorm tekeer!
Nee stop! Daar is ie! Opgepast!
Die glibberige groene bast!
Die grijns, die tanden wit en kil!
’t Is Krokedook, de krokodil!

Roald Dahl (1916-1990) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Het oorspronkelijke gedicht: klik.

Winterlijstjes, winterbrieven

.
Deelnemers aan de schrijfcursussen bij Nieuwe Veste schreven ‘winterlijstjes’ en
‘winterbrieven’ aan o.a. Bram Stoker, Roald Dahl, Franz Kafka en Anna Karenina.
De Bibliotheek Breda publiceerde zes van die teksten in haar digitale nieuwsbrief.
En twee daarvan werden afgedrukt in de papieren versie:

Biebadvertentie Bredase Bode
[Klik op afbeelding voor vergroting, klik nogmaals om in te zoomen]

Decembernieuwsbrief Bibliotheek Breda
Meer winterlijstjes en winterbrieven