De Katzenjammer

Richard Lydekker, Lynx (1896)
Daar gaat de Katzenjammer.
Hij voelt zich rottig.

Ooit was meneer de bink:
bloedgeil, bloedlink,
met alle stoere katers
de beste maatjes
en van de zwoelste poezen
de lievelynx.

Maar waar zijn nou zijn praatjes?
Waar is die ruige patser
die geurig pist
die vurig krijst
die lenig springt?

Daar gaat de Katzenjammer
die nooit meer spint.

De pluimen op zijn oren
hebben hun schwung verloren,
zijn poten worden strammer,
zijn vacht is vaal en mottig.
Hoor hoe hij treurig zingt:

‘Het mist in mij, het mist in mij,
het miezert in mijn maag.
Het schemert voor mijn ogen,
mijn hart klopt ijzig traag.
Ik voel me flauw, mijn bloed is lauw
omdat het niet meer gist in mij,
omdat ik niet meer jaag.’

Nooit krijgt hij meer een kopje,
de allerkrolste poezen
bezien hem onbewogen.
De katers smoezen spottend:

‘Daar gaat de Katzenjammer,
die zonderlynx.’

© Judy Elfferich

.
(Zesde prijs Willem Wilmink Dichtwedstrijd 2013.
Het mist in mij was de verplichte regel, gekozen door Ted van Lieshout.)