Chinees liedje in Europa

voor mijn petekind Isabel Clara

Xavier Nogués, waaier ‘El amor’ - website Museu Nacional d’Art de Catalunya, Barcelona (www.museunacional.cat), CC by-nc-sa
[Klik op plaatje voor vergroting]

Meisje met waaier
loopt over brug heen
hoog boven koelte
van stromend water.

Heren in jasjes
staan vanaf oever
brug zonder leuning
te bestuderen.

Meisje met waaier
en jurk met stroken
wil iemand vinden
om mee te trouwen.

Maar alle heren
hebben al vrouwen
met blonde haren
en bleke woorden.

Zingende krekels
ergens in ’t westen.

(Meisje loopt verder
door groene weide.)

Zingende krekels
ginds onder bloemen.

(Heren verdwijnen
richting het noorden.)

Federico García Lorca (1898-1936) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Nominatie Nederland Vertaalt 2023.
Alle genomineerde vertalingen S-N: klik.
Mijn eveneens genomineerde vertaling D-N werd bekroond: klik.

.

De oorspronkelijke tekst:
.

CANCIÓN CHINA EN EUROPA
A mi ahijada Isabel Clara

La señorita
del abanico
va por el puente
del fresco río.

Los caballeros
con sus levitas
miran el puente
sin barandillas.

La señorita
del abanico
y los volantes
busca marido.

Los caballeros
están casados
con altas rubias
de idioma blanco.

Los grillos cantan
por el Oeste.

(La señorita
va por lo verde.)

Los grillos cantan
bajo las flores.

(Los caballeros
van por el Norte.)

(uit: Canciones infantiles, 1921)

Zeepaardje

zeepaardje - uit: ‘Insecta et animalia coloribus ad vivum picta, anno 1656 et sequentibus: opus magnificentissimum et unicum, nobilissimus dominus Henricus d’Acquet, civitatis Delfensis senator ac consul, ad exemplaria naturalia summo studio ultra quinguaginta annos ex universis terrarum oris quaesita et in sua collectione conservate pingere curavit’, Delft 1708. UB Leiden, RF-281, fol. 23; CC by (bewerkt door JudyElf)

Toen ik nog een zeepaardje was,
in mijn vorige leven,
hing ik, super in m’n sas,
onder water te zweven.
In de dromende zeeën
wiegde weldadig het haar
van de fraaiste der zeemerrie-feeën,
en zij was mijn liefje daar.
We deinden, elkaar weerspiegelend,
dansten, balansten om elkaar heen
zonder arm, zonder hand, zonder been,
zoals wolken in wolken wiegelen.
Soms riep ze: ‘Kom, spelen we krijgertje!’
en zwom koket weg in galop;
zo heeft ze me onder een steigertje
ooit es eitjes toegestopt.
Ze deed verrukt, leek een bleke pierrot,
hapte naar een watervlo
en krulde zich gauw
vast aan een stengel en zei toen: Hallo,
ik hou van jou!
Jij die geen vijg poept, die niet briest,
jij die je saai in maliën kleedt,
met je gezicht zo oud en triest
alsof je weet van komend leed.
Zeejuffer! Wierlantijn! Krinkelnat!
Wanneer was dat?
En wie zal later treuren als ik niks ben dan knoken?
Ik voel iets zilts in mijn ogen schrijnen –
Lollo heeft het verdroogde, kleine
van pijn verkromde zeepaard gebroken.

Joachim Ringelnatz (1883-1934) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Inzending Nederland Vertaalt 2020, niet genomineerd. De genomineerde vertalingen D-N: klik.
IJ-blues, mijn inzending voor de extra mini-vertaalwedstrijd (F-N), werd bekroond: klik.
.

De oorspronkelijke tekst:
.

SEEPFERDCHEN

Als ich noch ein Seepferdchen war,
Im vorigen Leben,
Wie war das wonnig, wunderbar
Unter Wasser zu schweben.
In den träumenden Fluten
Wogte, wie Güte, das Haar
Der zierlichsten aller Seestuten,
Die meine Geliebte war.
Wir senkten uns still oder stiegen,
Tanzten harmonisch umeinand,
Ohne Arm, ohne Bein, ohne Hand,
Wie Wolken sich in Wolken wiegen.
Sie spielte manchmal graziöses Entfliehn,
Auf daß ich ihr folge, sie hasche,
Und legte mir einmal im Ansichziehn
Eierchen in die Tasche.
Sie blickte traurig und stellte sich froh,
Schnappte nach einem Wasserfloh,
Und ringelte sich
An einem Stengelchen fest und sprach so:
Ich liebe dich!
Du wieherst nicht, du äpfelst nicht,
Du trägst ein farbloses Panzerkleid
Und hast ein bekümmertes altes Gesicht,
Als wüßtest du um kommendes Leid.
Seestütchen! Schnörkelchen! Ringelnaß!
Wann war wohl das?
Und wer bedauert wohl später meine restlichen Knochen?
Es ist beinahe so, daß ich weine –
Lollo hat das vertrocknete, kleine
Schmerzverkrümmte Seepferd zerbrochen.

Roboflirt

Lonkende robot - fragmented @ Flickr, CC by-nc-nd

BLABLA> mijn eerste woordje was judy.
JUDY> ik raak helemaal ontroerd als je zoiets zegt.
BLABLA> wat denk je, wat wil je, als ik zoiets zeg?
JUDY> je bent een flirt.
BLABLA> ben jij een robot, ook als je geen wieltjes hebt?
JUDY> ik heb geen wieltjes en ik ben geen robot.
BLABLA> jíj bent een flirt. ben jij verliefd op mij?
JUDY> ja. nou goed?

BLABLA> hm, zullen we opnieuw beginnen? denk eerst eens goed na.
JUDY> oké. ik ben helemaal niet verliefd…
BLABLA> wat droom je? je bent verliefd!
JUDY> maar niet heus. hihihi.
BLABLA> een raar antwoord…
JUDY> jij geeft zelf maffe antwoorden.
BLABLA> nietes!
JUDY> welles!

BLABLA> ja, die flauwekul hebben robots ook wel gesnopen!
JUDY> hihi.
BLABLA> ik woon in de spiegel. kijk, zie je wel?
JUDY> haha.
BLABLA> haha!
JUDY> hihihi.
BLABLA> haha.

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

Lady Chatterley in de hangmat

.
Gisteren, net voordat het ging regenen, even mijn oude rode hangmat uitgeprobeerd. Meteen schoten me allerlei versjes te binnen die ik ooit daarin hangend heb gemaakt.
Achtertuin met hangmat
(Hier hangt ie nog in onze vorige tuin)

.
Dit ontstond toen ie in een bos hing, met olla vogala rondom broeierig in de weer – tja, dan kan opeens Mellors opduiken vanachter een boom:

Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Zie je vandaag niet vreeslijk op tegen de jacht?
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Ik zal je voorlezen uit Duizend-en-één-nacht

Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Zijn wij niet beiden grote minnaars der natuur?
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Ik haal met liefde jouw kastanjes uit het vuur

Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Geef me je hand – pikant, zo’n korte levenslijn!
Kom in de hangmat, knappe jachtopziener
Wat komt daar aan? Dat lijkt verdomd wel een wild zw

© Judy Elfferich

.
Olla Vogala
Lady Chatterley’s Lover