(de Piepzakblues)
Als ik nou eerst maar
een beetje kon slapen
want morgen dan moet ik
Maar als er aldoor
en zou de wekker wel
stel dat de bus niet
en dat ik te laat
Maar als daar geen lift is
en hoe moet ik weten
waar of ik naartoe
Waar had ik dat briefje
want daar staat het op
Alsmaar dat neuriën
alsmaar hetzelfde
de Piepzakblues
En als ik moet wachten
kan ik dan zolang wel
Maar als ze vergeten
of als ik niet hoor
Of als ze weer zeggen
nee eerst formulieren
die dinges moet over
wat ik niet verstaan heb
Die andere pillen
m’n leesbril de zak van
m’n andere jas
Als maar niet die ene
die vorige keer zei
En dat alle anderen
dat die dan zo kijken
Alsmaar dat neuriën
alsmaar hetzelfde
de Piepzakblues
Als ik nou morgen
als ik aan de beurt ben
Als het maar niet weer
zo vreselijk pijn doet
en als ik maar snap
Maar als het een man is
dan kan ik niet zeggen
dan ga ik niet vragen
dan hou ik m’n mond maar
En wat als het mis is
hoe moet het dan verder
Als ik ga janken
dan moet ik een zakdoek
de dinges de zak van
m’n andere jas
Alsmaar dat neuriën
alsmaar hetzelfde
de Piepzakblues
Morgen dan moet ik
dus als ik nou eerst maar
© Judy Elfferich
.
Dit gedicht staat in Ziekelijk bang. Angst in fictie (symposiumbundel Literatuur & Geneeskunde, VUmc 2017).