Kijk, zeiden alle kinderen op maandag in de gang:
Pepita heeft een grote blauwe pleister op haar wang
Ja, zei Pepita, kijk nog maar eens goed
Het doet ontzettend pijn en daaronder heb ik bloed
Au au au, wat doet dát zeer
Au au au, ja kijk nog maar een keer
Ze werden heel nieuwsgierig en ze riepen met z’n allen:
Hoe komt dat dan, Pepita, ben je soms gevallen?
Of kreeg je de bal tegen je wang aan bij het ballen?
Nee, zei Pepita, zo is het niet gegaan
Het komt doordat de bel ging en ik open heb gedaan
Daar stond op de stoep een grote boze reus
Hij was heel lang, dus ik was best bang
En die beet me in mijn neus
O nee, in mijn wang
Die reus, maar niet heus
Au au
Kijk, zeiden alle kinderen op dinsdag bij de gym:
Pepita heeft een grote gele pleister op haar kin
Ja, zei Pepita, kijk nog maar eens goed
Het doet ontzettend pijn en daaronder heb ik bloed
Au au au, wat doet dát zeer
Au au au, ja kijk nog maar een keer
Ze werden heel nieuwsgierig en ze riepen met z’n allen:
Hoe komt dat dan, Pepita, ben je soms gevallen?
Of kreeg je de bal tegen je kin aan bij het ballen?
Nee, zei Pepita, zo is het niet gegaan
Het komt doordat de bel ging en ik open heb gedaan
Daar stond op de stoep een wilde woeste draak
Een echte draak, dat gebeurt niet vaak
En die beet me in mijn neus
O nee, in mijn wang
O nee, in mijn kin
Daar beet ie zomaar in
Au au
Kijk, zeiden alle kinderen op woensdag in groep drie:
Pepita heeft een grote rode pleister op haar knie
Ja, zei Pepita, kijk nog maar eens goed
Het doet ontzettend pijn en daaronder heb ik bloed
Au au au, wat doet dát zeer
Au au au, ja kijk nog maar een keer
Ze werden heel nieuwsgierig en ze riepen met z’n allen:
Hoe komt dat dan, Pepita, ben je soms gevallen?
Of kreeg je de bal tegen je knie aan bij het ballen?
Nee, zei Pepita, zo is het niet gegaan
Het komt doordat de bel ging en ik open heb gedaan
Daar stond op de stoep een dikke bruine beer
Wat anders weer dan de vorige keer
En die beet me in mijn neus
O nee, in mijn wang
O nee, in mijn kin
O nee, in mijn knie
In deze, o nee die
Hi hi
Kijk, zeiden alle kinderen op donderdag op het plein:
Pepita is zo stil, wat zou er met haar zijn?
Ze werden heel nieuwsgierig en ze riepen met z’n allen:
Hoe kan dat nou, Pepita, ben je soms gevallen?
Of kreeg je een bal tegen je mond aan bij het ballen?
Ben je soms gebeten door een grote zwarte hond?
Num, zei Pepita, kum num mum um gum
Hum dum umzummum pum um dumummum hum um blum
Um um um, wum dum dúm zum
Um um um, jum kum num mum um kum
En weet je hoe het kwam dat niemand dat verstond?
Pepita had een grote groene pleister op haar mond
© Judy Elfferich