De liefde is niet alles

Alles voor de liefde (fotograaf onbekend)
De liefde is niet alles: spijs noch drank,
geen slaap, geen afdak tegen lelijk weer;
en voor wie kopje-onder gaat geen plank
wanneer hij op en neer klotst, keer op keer.

De liefde blaast geen dichte long vol lucht,
zet geen gebroken bot, noch zuivert bloed;
maar o zo vaak wordt in de dood gevlucht
alleen omdat men liefde missen moet.

Het kan heel goed dat ik in tijd van nood
– een helse pijn die medicijn niet blust
of reddeloze armoe en verdriet –

jouw liefde ooit verruilen zou voor rust,
de heugenis aan deze nacht voor brood.
Het kan heel goed. Maar nee, ik denk van niet.

Edna St. Vincent Millay (1892-1950) | © vertaling: Judy Elfferich

Inzending Nederland Vertaalt 2016, niet genomineerd. De genomineerde vertalingen E-N: klik.
Ster en doemster, mijn inzending D-N, werd wel genomineerd: klik.

.

Het oorspronkelijke gedicht:
.

LOVE IS NOT ALL

Love is not all: it is not meat nor drink
Nor slumber nor a roof against the rain;
Nor yet a floating spar to men that sink
And rise and sink and rise and sink again;

Love can not fill the thickened lung with breath,
Nor clean the blood, nor set the fractured bone;
Yet many a man is making friends with death
Even as I speak, for lack of love alone.

It well may be that in a difficult hour,
Pinned down by pain and moaning for release,
Or nagged by want past resolution’s power,

I might be driven to sell your love for peace,
Or trade the memory of this night for food.
It well may be. I do not think I would.

Ster en doemster

Ster en doemster
Een ster hoog aan de hemelboog
houdt scherp mijn doemster in het oog.

Mijn doemster is zo’n stuntelaar,
zo’n oen, die maakt totaal niks klaar.

Mij kwaaddoen, dat is het idee;
maar hij heeft steeds zichzelf ermee.

Hij glanst zo dof en lonkt zo dom,
net meegelokt keer ik al om.

Dwaas raast hij verder, desastreus:
nu stoot niet ik, maar hij zijn neus.

Zijn doemscenario doorkruist,
vertedert al zijn pech mij juist.

Verdomd, hij staat me bijna aan –
als niet die ster daarginds zou staan.

Die straalt zo kalm en onverflauwd
dat het me soms weleens benauwt.

Dan sla ik aan het dubben van:
als dát mijn doemster was, wat dan?

Robert Gernhardt (1937-2006) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Nominatie Nederland Vertaalt 2016.
☆  Dit is een verbeterde versie (regel 12 aangepast).
Alle genomineerde vertalingen D-N: klik.
.

Het oorspronkelijke gedicht:
.

STERN UND UNSTERN

Ein ferner Stern im Blau der Nacht
hält über meinem Unstern Wacht.

Mein Unstern ist so ungeschickt
und machtlos, dass ihm gar nichts glückt.

Er sollte mir zwar Unstern sein,
fällt aber dauernd selber rein.

Er blinkt so plump und winkt so dumm,
kaum lockt er mich, schon kehr ́ ich um.

Er aber prallt voll Unverstand
auf die mir zugedachte Wand.

Statt dass er mich ins Unheil führt,
bin ich es, den sein Unglück rührt.

Fast hätt ́ ich meinen Unstern gern,
wär ́ da nicht jener ferne Stern.

Der strahlt so hell und unbeirrt,
dass mir zuweilen bange wird

und ich mich frage: Was, wenn der
und gar nicht er mein Unstern wär?