Daar is ie, hatsjie!

Maarts viooltje
DAAR IS IE

Lente laat zijn blauwe lint
zwierig door de luchten zweven;
zoet-vertrouwde geuren geven
kietelend het land een hint.
Maarts viooltje droomt:
binnenkort ontluik ik.
– Hoor, van ver
een wijsje zacht en loom!
   Lente, daar ben jij!
Jou ja! voel en ruik ik.

Eduard Mörike (1804-1875) | © vertaling: Judy Elfferich
.

HATSJIE

Lente laat zijn lauwe wind
grasduinend door velden zweven;
bloesemende bomen geven
kietelend mijn neus een hint.
Maarts viooltje droomt,
wil met hommels dollen.
— Voel alweer
zo’n snot- en tranenstroom!
    Lente, bah, hatsjie!
Jij weer met je pollen.

© Judy Elfferich
.

Het oorspronkelijke gedicht:
.

ER IST’S

Frühling lässt sein blaues Band
wieder flattern durch die Lüfte;
süße, wohlbekannte Düfte
streifen ahnungsvoll das Land.
Veilchen träumen schon,
wollen balde kommen.
– Horch, von fern
ein leiser Harfenton!
   Frühling, ja du bist’s!
Dich hab’ ich vernommen!