Nachtgeluiden na verhuizing

uiltje Jeroen Bosch - animatie: JudyElf

Roekoe werd hinnik
Kwaak werd andere kwaak
Treinzoef werd trekkerdreun
Windgongplingel werd notendakplok
Krantklepklapper werd kukeleku
Kef werd blaf

Maar snurk is snurk gebleven

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 18, ‘De nacht’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 18, ‘De nacht’.

 

 

Gebed

regio’s van de UK Shipping Forecast (BBC Radio 4) - kaart: Emoscopes @ Wikimedia Commons, CC by-sa (bewerkt door JudyElf)

De dagen dat, al kunnen we niet bidden,
gebed zichzelf uitspreekt. En iemand kijkt
op uit haar zeef-van-handen, naar de hymne
die een boom zingt, iets haar zomaar aangereikt.

De nachten dat, al zijn we niet gelovig,
waarheid ons hart besluipt, zo’n steek van pijn;
en iemand staat stokstijf als een langsgestoven
verre trein zijn jeugd opdreunt in schools Latijn.

Bid nu voor ons. Een kostganger bij ’t raam
hoort troostende piano-oefeningen.
Dan schemer, iemand roept een kindernaam
als ware het wanhopig handenwringen.

Donkerte buiten. Binnen ’t radiogebed –
Malin. Dogger. Finisterre. Fastnet.

Carol Ann Duffy (1955) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Inzending Nederland Vertaalt 2020, niet genomineerd.
De genomineerde vertalingen E-N: klik.

.

De oorspronkelijke tekst:
.

PRAYER

Some days, although we cannot pray, a prayer
utters itself. So, a woman will lift
her head from the sieve of her hands and stare
at the minims sung by a tree, a sudden gift.

Some nights, although we are faithless, the truth
enters our hearts, that small familiar pain;
then a man will stand stock-still, hearing his youth
in the distant Latin chanting of a train.

Pray for us now. Grade 1 piano scales
console the lodger looking out across
a Midlands town. Then dusk, and someone calls
a child’s name as though they named their loss.

Darkness outside. Inside, the radio’s prayer –
Rockall. Malin. Dogger. Finisterre.

Luisteren of kijken

woordenvanger

Woorden vangen met mijn oren
gaat heel goed.

Fluisterwoorden, duisterwoorden,
lastige of lange zinnen:
vliegen vlot naar binnen.

Meteen ken ik ze uit mijn hoofd,
van achteren naar voren
zeg ik ze zó weer op.

Maar ze met mijn ogen vangen,
hoe dat moet?

Vette woorden, nette woorden,
duidelijk gedrukte zinnen:
niks mee te beginnen.

Mijn hersens lijken wel verdoofd,
ik oefen me te pletter
maar ’t wil niet in mijn kop.

De woorden blijven hangen
waar ik ze niet kan horen,
verstopt achter die letters.

Dus wie mij wil bereiken
die laat me luisteren,
niet kijken.

© Judy Elfferich

.
DICHTER.-special ‘Tem de tekens’

 

Dit gedicht staat in de DICHTER.-special ‘Tem de tekens’.

 

 

Doorfluisterversje

Oor
Ken je dat spelletje?
‘Telefoontje’ noemden wij het: iets doorfluisteren tot het heel wat anders wordt.

PSSST…

Luister goed en fluister door
Ruiters zoeken duister spoor
Duizend boeven zuid en noord
Sluit de deuren en de poort
Oude spreuken houden woord

Paarden stuiven door het woud
Pijlen fluiten langs een hoed
Reisgenoten ga met spoed
Duister klonk een laatste groet
Fluister door en luister goed

© Judy Elfferich

Dit versje gaat over een lievelingsboek van mij. Zal ik je de titel in je oor fluisteren?
  De dief klom de boom in.
Nee nee, dat zei ik niet! Luister nog eens goed:
  Je stiefbroer lust honing.
Weer verkeerd verstaan! Nog één keertje dan:
  Een lief soort beloning.

Dit doorfluistergedicht staat op het digitale BoekieBoekie-portaal ‘Het cadeau’.