Scarabaeus cogitans

 
Mijn favoriete waanzinverhaal:

De broer van hersenchirurg Guido Bostoen was krankzinnig geworden. Hij kon soms in de wachtkamer, waar ook andere gekken zaten, minuten achter elkaar spreken, maar wat hij precies bedoelde wist je nooit: ‘Grijp de rechterhand van de Christus Jezus… één nul! De ijskappen smelten, stop de zeehond! Waarom hebben kippen geen gebitje? Hoera voor de val van Rome! Was de jonge paus Benedictus gespleten? Ik heb twee schedels van de beroemde rabbi in een relikwiekastje, één uit zijn kindertijd en één van toen hij aan het kruis hing! Hoe spreekt de piano? Was Horatius eigenlijk een communist? Een poes zonder oortjes is nog niet meteen een reuzenmol!’ Zijn moeder kwam op een keer binnenstappen en hij sprak: ‘U bent mijn moeder niet meer, dag mevrouw.’ Nooit heeft hij meer een woord tegen haar gezegd.

Dat kwam allemaal door de de Scarabaeus cogitans, een beestje dat zich nestelt tussen de hersenpan en het hersenvlies. De enige remedie tegen deze gevaarlijke parasiet is een welgemikte klap met een speciale scarabaeus-cogitans-hamer.

Hier kun je J.M.A. Biesheuvel het verhaal zelf horen voorlezen:

‘Scarabaeus cogitans’ werd in 1986 gepubliceerd in het tijdschrift De Tweede Ronde. In 1987 nam Biesheuvel het op in de verhalenbundel De angstkunstenaar.

Pierre Kartner recyclede de kreet ‘Waarom hebben kippen geen gebitje?’ als titel en refrein­regel van een Kinderen-voor-Kinderen-liedje.