De Snavelstaart

Yin-yang-vogelkooi

Lang had de Snavelstaart gewacht
en stil had hij gezwegen;
aan sproeten had hij nooit gedacht,
toch heeft hij ze gekregen.

Wat is de Zin? zo peinsde hij.
Waarom kreeg ik geen voeten
of vleugels, maar voorzag men mij
van honderddertien sproeten?

Hij pakte puur op zijn gevoel
zijn staartpunt in zijn snavel
en trok zijn hele buitenboel
naar binnen door zijn navel –

En floep! hij was een Suizebol,
vanbuiten vol, vanbinnen dol,
die door de ruimte tolde

tot hij in ’t sterrenstelsel Froen
getroffen door een zwerkbalschoen
een muizenhol in rolde.

Een eeuwigheid of tig miljard
gebeurde in dat zwarte gat
geen sikkepit, geen snars, geen spat.

Er moet Iets zijn dat mij dit flikt,
dacht hij. Het is Al voorbeschikt.
Er moet Iets…
(enz.) – totdat:


Zwoesj! Froen vloog in een sterrenstorm
een bocht uit van de tijd;
prompt sprong hij in zijn oude vorm
van voor de sproetigheid.

(Een achterlijf van enkel staart,
als voorlijf slechts een snavel
en met daartussen uiteraard
die peilloos diepe navel.)

De Snavelstaart is terug bij af:
hij weet van niks en zwijgt.
Vandaag of morgen staat hij paf,
als hij weer sproeten krijgt.

© Judy Elfferich

De zwaluw

Zwaluwsilhouet - foto: Wikimedia Commons (José Lévy, CC by-sa)
Op de brug, tussen spiegelend water
en zonsondergang in, stonden wij.
‘Vergeet je die zwaluw ooit, later?’
vroeg ik – ‘Kijk, daar scheert hij voorbij.’
‘Nee, nooit!’ is wat jij ernstig zei.

Wat een juichende vlucht nam het leven,
wat een kippenvel plots, wat een zucht!
Tot we sterven, tot morgen, voor eeuwig
die avond, wij twee op de brug.

Vladimir Nabokov (1899 – 1977) | © vertaling: Judy Elfferich
.

Dit was het lievelingsgedicht van Nabokov.
De oorspronkelijke versie schreef hij in het Russisch: ‘Ласточка’, ‘De zwaluw’. Die staat in het eerste hoofd­stuk van zijn roman De gave.
Later maakte hij ook een Engelse versie:
.

THE OLD BRIDGE

One night between sunset and river
On the old bridge we stood, you and I.
Will you ever forget it, I queried,
– That particular swift that went by?
And you answered, so earnestly: Never!

And what sobs made us suddenly shiver,
What a cry life emitted in flight!
Till we die, till tomorrow, for ever,
You and I on the old bridge one night.

 

Volgens de overlevering ontmoette Vladimir Nabokov zijn latere vrouw Vera op een lente­avond in Berlijn, na een gemaskerd bal voor Russische emigrés.
Op een brug over een kanaal met kastanjes erlangs reciteerde zij een van zijn eigen gedichten voor hem, met haar zwart­satijnen masker nog op.