Caladrius

Caladrius in dertiende-eeuws bestarium, Bibliothèque nationale de France, Latin 14429 (bewerkt door JudyElf)

Lig je in je zwartste nacht,
radeloos en uitgeblust,
buiten menselijk bereik,
komt die vogel aangevlogen.

Hij vliegt door muur en raam,
hij landt bij wie daar wacht,
hij schudt zijn witte veren.
Je zoekt hem met je ogen.

Wie zal genezen kijkt hij aan.
Wendt hij zich af, dan moet je gaan.
De ziekste zieken geeft hij rust,
Caladrius.

© Judy Elfferich

.
Over de mythische vogel Caladrius

.
DICHTER. 16, ‘De wereld staat stil en op zijn kop’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 16, ‘De wereld staat stil en op zijn kop’.

 

 

Poppenhuis

poppenhuis

Hand pakt ons op,
hup door de lucht,
hup door heet sop,
hup weer terug.

Ongewoon schoon.
Niemand komt spelen.

Bureautje stoeltje bed,
we zitten liggen staan
waar we zijn neergezet.

Hand komt weer aan,
hup door de lucht,
hup en weer soppen,
hup en weer terug.

Ongewoon schoon.
Niemand komt spelen.

Bah, wat kun je je vervelen
zonder poppenpoppen,
zonder poppenpoppenhuis.

© Judy Elfferich

.
DICHTER. 16, ‘De wereld staat stil en op zijn kop’

 

Dit gedicht staat in DICHTER. 16, ‘De wereld staat stil en op zijn kop’.

 

 

Corona

zonnecorona - foto: Geoff Livingston @ Flickr, CC by-nc-nd

Veertig, vijftig Nederlanders
heten zo. Hun ouders dachten
aan iets koninklijks misschien,
gouden kronen, lauwerkransen.

Of ze kenden de verhalen
van Corona, patrones
aan wie mensen offers brachten
bij een uitbraak van de pest.

Of ze dachten aan het dansend
licht van onze moederster.
Dat is pas bij een totale
zonsverduistering te zien.

© Judy Elfferich