Het allergrootst geluk
is slapen in een bootje
met boven je geflapper
en getingel in de wind,
met verte in je neus,
daar deinen dromen heen;
geschommeld en gesust
als in eerste schemering
toen je moeders buik je wiegde
als ze danste met je vader
en niemand wist van jou
behalve zij alleen.
© Judy Elfferich
.
Dit gedicht staat in DICHTER. 14, ‘Geluk’.
Mooi!!