Dus we gaan niet meer uit dwalen
tot in de late nacht,
ook al blijft het hart aanhalig
en vertoont de maan haar lach.
Want het zwaard verslijt zijn schede
en de ziel verslijt de bast,
en het hart raakt moegestreden
en liefde zelf wordt last.
Ook al stemt de nacht aanhalig
en kraait veel te vroeg de haan,
we gaan toch niet meer uit dwalen
bij het licht van de maan.
Lord Byron (1788-1824) | © vertaling: Judy Elfferich
.
Het oorspronkelijke gedicht:
.
SO WE’LL GO NO MORE A-ROVING
So we’ll go no more a-roving
So late into the night,
Though the heart be still as loving
And the moon be still as bright.
For the sword outwears its sheath,
And the soul wears out the breast,
And the heart must pause to breathe,
And Love itself have rest.
Though the night was made for loving,
And the day returns too soon,
Yet we’ll go no more a-roving
By the light of the moon.