De teen van Tinus

Een elfstedenballade

teen

Toen Tinus aan de tocht begon
was hij in prima vorm.
Hij schaatste, schaatste wat hij kon
door sneeuw en kou en storm.

Het ijs vol scheuren overal,
je reed je ijzers krom.
Voor Sneek al kwam zijn eerste val,
een arm ging uit de kom.

Aan stoppen dacht hij geen moment:
straks op de Bonkevaart
de eerste zijn (en dat als Drent!),
dat was hem alles waard.

Hij was wel wat beteuterd
toen hij zijn pakje brood
niet open kreeg gepeuterd,
zijn vingers leken dood.

Zijn tenen voelde hij niet meer.
Hij kreeg de hongerklop.
Hij viel nog minstens twintig keer.
Maar Tinus gaf niet op.

Na alles wat hij had doorstaan
werd hij niet nummer een.
(Reinier die kwam als eerste aan
met na hem Jan en Jeen.)

Zijn vingers en zijn oren
ontdooiden net op tijd.
Eén teen was zó bevroren,
die raakte Tinus kwijt.

Hij dacht: nu moet ik zonder
die teen door ’t leven gaan.
Maar wonder boven wonder,
hij groeide toch weer aan.

(De oude teen van Tinus
heeft nu een ereplaats
waar hij altijd te zien is:
’t museum van de schaats.)

© Judy Elfferich

Het Hindelooper Schaatsmuseum bewaart echt een stuk van Tinus Uddings in 1963 bevroren teen.

Over de Elfstedentocht van 1963
Fimpje: Tinus Udding vertelt over zijn avonturen

♫ Tafellied

Beschilderde knieën - foto: Margriet PR @ Flickr, CC by-nc
Ik zit onder de tafel en ik zing
Een liedje over knieën
Dikke knieën, dunne knieën
Roze knieën, bruine knieën
Iene miene mutte, tra la lee
Deze knie doet niet meer mee

Bij iedere knie hoort een andere knie
Die hoort bij deze en deze bij die
Die zijn van Bella en deze van Bart
Op deze teken ik een hart

Ik zit onder de tafel en ik zing
Een liedje over schoenen
Platte schoenen, hakkenschoenen
Huppelschoenen, hardloopschoenen
Iene miene mutte, tra la loen
Deze schoen is kampioen

Bij iedere schoen hoort een andere schoen
Bruin hoort bij bruin en groen bij groen
Deze wil dansen en die naar het bos
Hier trek ik een veter los

Ik zit onder de tafel en ik zing
Een liedje over sokken
Oude sokken, nieuwe sokken
Kriebelsokken, gatensokken
Iene miene mutte, tra la lijn
Deze sok die zal hem zijn

Bij iedere sok hoort een andere sok
Stippel bij stippel en blok bij blok
Die hebben strepen en deze een ruit
Deze doe ik stiekem uit

Ik zit onder de tafel en ik zing
Een liedje over voeten
Bruine voeten, roze voeten
Grote voeten, kleine voeten
Iene miene mutte, tra la laf
Deze voet is lekker af

Bij iedere voet hoort een andere voet
Die heeft een pleister en deze heeft bloed
Die zijn van Liza en deze van Leen
Deze bijt ik in z’n teen
– Au!

© Judy Elfferich