Liefdesbrieven

matroos

In de kast van Godelieve
staat een oude schoenendoos
vol met handgeschreven brieven
van haar vrijer de matroos.

Elke dag geeft zuster Roos
Godelieve één zo’n brief
bij haar kopje middagthee.
Godelieve leest en bloost:

Zul je aan de kade staan
als ik thuiskom, Godeliefste,
meisje mooier dan de maan?

Liefde houdt mijn hart gevangen,
naar jou voel ik een verlangen
dieper dan de oceaan.

Gaan we dansen, zwemmen, zingen
als ik thuiskom? Ga je mee
kijken naar verlovingsringen?

Blozend, blij leest ze de brief
steeds opnieuw van voor af aan.
Heel haar thee is ze vergeten,
Godelieve, smoorverliefd.

Dat haar vrijer de matroos
bijna vijftig jaar geleden
omgekomen is op zee,
daarvan heeft ze geen idee.

© Judy Elfferich

Luisteren of kijken

woordenvanger

Woorden vangen met mijn oren
gaat heel goed.

Fluisterwoorden, duisterwoorden,
lastige of lange zinnen:
vliegen vlot naar binnen.

Meteen ken ik ze uit mijn hoofd,
van achteren naar voren
zeg ik ze zó weer op.

Maar ze met mijn ogen vangen,
hoe dat moet?

Vette woorden, nette woorden,
duidelijk gedrukte zinnen:
niks mee te beginnen.

Mijn hersens lijken wel verdoofd,
ik oefen me te pletter
maar ’t wil niet in mijn kop.

De woorden blijven hangen
waar ik ze niet kan horen,
verstopt achter die letters.

Dus wie mij wil bereiken
die laat me luisteren,
niet kijken.

© Judy Elfferich

.
DICHTER.-special ‘Tem de tekens’

 

Dit gedicht staat in de DICHTER.-special ‘Tem de tekens’.