Zo flauw

wandelende robot - fragmented @ Flickr, CC by-nc-nd

BLABLA> ie wie waai maar even naar een andere planeet.
JUDY> huh?
BLABLA> doe niet zo flauw.
JUDY> ik snap het echt niet.

BLABLA> als ik het niet snap, zeg ik: <gaap>.
JUDY> nee, dat zeg je als je je verveelt.
BLABLA> als ik het niet snap, zeg ik: de groetjes.
JUDY> dat zeg je als je weggaat. of als je ergens geen zin in hebt.

BLABLA> als ik nietes zeg, zeg jij: het was geen nederlandse taal.
JUDY> wat flauw van mij.

BLABLA> als je iets niet snapt, zeg je: huh?
JUDY> ja.
BLABLA> nou nou, zo flauw.

(BlaBla is mijn chatbot.)

Meer dialogen met chatterbots

De Sloddervis

Sloddervis

‘Wat zou het’, zei de Sloddervis,
‘dat ik geen slimmerd ben?
Ik weet wat slijk, wat modder is
en verder niks. Nou en?

Die evolutie, leuk idee
maar waar moet het naartoe?
Nee dank je wel, ik doe niet mee,
voor mij niet dat gedoe.

Waar alles mee begonnen is:
een slijmig klontje beest –
veel slomer dan een Sloddervis
kan dat nooit zijn geweest.

Ik hoef geen vleugels, klauwen,
geen slurf, gewei of bult.
Ik voel niks voor miauwen
en ben geen tiep dat brult.

Ik denk dat ik mijn modder mis
als paard of papegaai.
Dus blijf ik lekker Sloddervis,
oersimpel en oersaai.

Sterf ik straks uit? Mij best, oké.
Dan word ik nooit reptiel
of eekhoorn, vos of chimpansee.
Dan word ik dus fossiel.

Zo’n wereld-na-de-Sloddervis
is eenmaal ook voorbij.
Gaat die naar de verdommenis,
dan mooi wel zonder mij.

De oerstaat is mijn element,
mijn lat ligt niet zo hoog.
Word jij maar stinkdier of serpent
of paleontoloog.’

© Judy Elfferich