Gelukkig hoeft Annie dit allemaal
niet meer mee te maken

rode paraplu

Dat met die kraan van Hendrik Haan,
daar was dus eigenlijk niks van aan
– maar dat had je al gesnopen.
Toch is nu alles ondergelopen.

Mijn oom en mijn tante in Laren
zitten sip uit hun boomhuis te staren
of de bakker al aan komt varen.
Of ze ooit nog broodjes krijgen?
Het water blijft maar stijgen.

Omdat overal in Artis
alles klets- en kleddernat is,
zijn toeristen afgedropen.
Hoog op de trap staat Dikkertje Dap,
hij zet zijn rode laarsjes schrap
en klampt zich vast aan de giraf.

De tandarts L.J. Langejaap
mist dit jaar wéér zijn winterslaap.
Zijn wekker smeet hij uit het raam,
hij heeft te veel last van de hitte
om lekker te kunnen pitten.

Tot voor kort lag op de Dam
in een klein vitrinekastje
nog het authentieke tasje
van wijlen juffrouw Scholten.
Ik hoop niet dat je daarvoor kwam…
Je snapt het al, gesmolten.

En hoe is het afgelopen
met Hendrik Haan uit Koog aan de Zaan?
Die dobbert rond op de oceaan.

Tante Toos en tante Truitje
drijven op hun kanapee
soms een stukje met hem mee,
dan krijgt hij een beschuitje.

(Ajakkes! Ook dat
is kletskleddernat.)

© Judy Elfferich

Kijk, zei het schaap Veronica

.
KIJK, zei het schaap Veronica. Die wijzer gaat bewegen…
Nou komt het vuurwerk, want nou staan de wijzers op elkaar!
Welnee, zeiden de dames Groen. Het is pas kwart voor negen.
Om twalef uur vanavond pas begint het nieuwe jaar.

De dominee sprak: Juist! Dan gaan we vuurpijlen afsteken.
Het is een prachtig jaar geweest, maar straks is het voorbij.
Laat ons dus heden onze goede voornemens bespreken,
opdat we januari in gaan met een Schone Lei.

Hè ja, zeiden de dames Groen. Men wil zich soms bezinnen,
met weemoed en een glaasje uit de zondagse karaf.
Wij namen ons net voor aan deze puzzel te beginnen.
Hij heeft tienduizend stukjes en hij moet van ’t jaar nog af.

Het schaap beloofde: Ik zal nooit meer van de kerstboom eten
en niesen doe ik voortaan altijd keurig in mijn staart.
De dominee die raadpleegde langdurig zijn geweten;
hij maakte een Geheime Lijst en wierp die in de haard.

Elf oliebollen later wees het schaap naar de pendule:
Maar nou is het toch echt zover, nou heb ik ’t goed gezien!
Kom dominee, de lucifers. Óp naar de vestibule!
Welnee, zeiden de dames Groen. Het is pas tien voor tien.

Opeens begon het buiten hard te ploffen en te knallen,
met overal gezoef, geflits, gedaver en gegil.
Ze stonden elkaar even aan te kijken met z’n allen.
Toen gniffelden de dames Groen: Ach gut, de klok staat stil.

Sjampanje! riep de dominee, bekomen van de schok.
Veel heil en zegen! En ik repareer dit jaar de klok.

© Judy Elfferich

.
cover De Tweede Ronde, afscheidsnummer, winter 2009

 

 

Dit vers stond lang geleden in het laatste nummer van De Tweede Ronde (thema: afscheid).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen
.

MIRAKELS! riep de dominee

.
MIRAKELS! riep de dominee. Zojuist keek ik naar boven:
de perenboom hangt vol met fruit, dat wordt een rijke oogst!
Aha, zeiden de dames Groen, die peren gaan wij stoven.
Wat zijn ze dik! En kijk, de allerdikste hangt het hoogst.

Kom op, we gaan ze plukken voor ze op de grond belanden.
Zeg juffrouw schaap Veronica, loopt u es naar de schuur…
Daar moet een grote trapleer staan, en ook een stapel manden.
De dominee klom in de boom en keek over de muur.

Verroest! sprak hij. Het allersappigst ooft is reeds gevallen:
dat ligt aan gene zijde, op ’t gazon van buurman Jan.
Komt, laat ons onverwijld dat valfruit rapen met z’n allen,
die peren kunnen dadelijk als eersten in de pan.

Hij liet zich langs de takken zachtjes in de buurtuin zakken –
Toen hoorden ze: Wat moet dat daar? Hup, wegwezen, en gauw!
Ik laat Diablo los, die komt je bij je lurven pakken!
Ocharm, zeiden de dames Groen, Diablo lust hem rauw.

Die vloer ik! riep Veronica. Ze ging verwoed aan ’t plukken,
de bloedhond kreeg een perenspervuur naar z’n valse kop.
Het monster plofte om en buurman Jan vergat te bukken…
De dominee ontsnapte en sprak dankbaar: Dat lucht op.

Weg oogst, zeiden de dames Groen. De stoofpan blijft dus leeg.
Maar kijk, er zijn nog vruchtenkoekjes, van ons eigen deeg.

© Judy Elfferich

.
Meer schaap-Veronica-verzen

HÈ NEE, zei ’t schaap Veronica

.
HÈ NEE, zei ’t schaap Veronica, nou wil ik niet meer toepen!
De winter is voorbij, ik heb genoeg van dat getoep.
Naar buiten wil ik, naar ’t plantsoen, want ik wil hoelahoepen!
Toe dominee, maakt u voor mij een nieuwe hoelahoep?

Hè ja, zeiden de dames Groen, dat willen wij ook leren.
Het is een raazje deze lente, iedereen doet mee…
Je krijgt het op je heupen en dan móét je het proberen.
Toe, maakt u ook voor ons zo’n hoelahoepding, dominee?

De dominee zei: Gaarne zal ik zulks voor u fabrieken.
Ik knip wat van de tuinslang af met deze grote tang –
ziehier uw hoelahoeps! Me dunkt, het zijn twee hele sjieke.
De tuinslang is nu wel wat kort, maar eerst was ie te lang.

De dames Groen die oefenden totdat ze niet meer konden
en hijgden uit op ’t bankje bij de vijver in het park.
Zo, zeiden ze. We voelden ze eraf vliegen, de ponden!
Dit werkt veel beter dan zo’n saai dieet met enkel kwark.

Veronica riep: Ik hou vol, ik kan ’t gewoon niet laten!
En ja hoor, hoelahoepend liep ze heel de weg terug.
Er werd gewoven en geklapt langs stoepen en langs straten,
er werd getingeld door de ijskar ginder bij de brug.

Hè ja, een ijsje, zei het schaap. Een reuzegoed idee!
Zeg lieve slanke dames Groen, u lust er vast wel twee?

© Judy Elfferich

.
Meer schaap-Veronica-verzen

PARDON, zeiden de dames Groen

oom Hendrik Groen - illustratie: collage JudyElf, CC by-nc-sa

PARDON, zeiden de dames Groen, mejuffrouw van de boeken,
maakt u ons even wegwijs in dit grote biebgebouw?
Hier hangt een bordje JEUGD, terwijl wij juist BEJAARDEN zoeken.
Bedoelt u groteletterboeken? vroeg de biebjuffrouw.

De dames Groen verklaarden: Groot of klein is ons om ’t even.
Het is maar om te lezen, weet u. Dus dat zien we ruim.
Zolang ze maar door Hendrik Groen persoonlijk zijn geschreven.
Die oom van ons zuigt altijd al van alles uit z’n duim…

Nu is ie zogenaamd naar een verzorgingshuis vertrokken;
dat schrijft ie, maar hij woont gewoon nog thuis met tante Stien.
Zij zegt altijd: Met Hendrik om me heen word ik mesjokke,
laat hij maar fijn op zolder tikken op z’n tiepmasjien.

De biebjuffrouw zei: Jeminee, dus u bent echt zijn nichten?
De nichten van de welbekende schrijver Hendrik Groen?
U lijkt op hem, ik zie het nu opeens aan uw gezichten.
Vertel es, geeft u óók uw dagboek uit, na uw pensioen?

Nee nee, zeiden de dames Groen en glimlachten bescheiden.
Bij ons is alles waargebeurd, dus tja, dat blijft privé!
We lezen enkel af en toe iets voor aan ingewijden:
ons lieve schaap Veronica en onze dominee.

Ik snap het, zei de biebjuffrouw. Ik zal niet verder vragen…
Kijk, hiero staan de boeken van uw oom, met zijn portret.
Dat hij mag blijven tikken tot het einde zijner dagen!
De dames Groen die hadden vast hun hoedje opgezet.

De dominee en ’t schaap zaten te wachten in De Snoek
met oude klare, sjokomel en oudewijvenkoek.

© Judy Elfferich

.
Meer schaap-Veronica-verzen

POE, riep het schaap Veronica

.
POE, riep het schaap Veronica, wat kan dit paard hard draven!
Ik dacht: zo’n huifkar die gaat vast van sjokke-sjokke-sjok…
Maar kijk, dit is al Zwammerdam en daar ligt Bodegraven.
Kom dominee, geef mij de zweep! Nu mag ik op de bok.

Kijk uit, riepen de dames Groen, daar komen scherpe bochten!
O jee o jee o jee o jee, wij zijn een beetje ziek…
Wij dames zijn te fijn gebouwd voor zulke woeste tochten.
De dominee zei stoer: Maak u geen zorgen, geen paniek!

Ík ben toch zeker in de buurt, om over u te waken.
Bescherm ik u niet immer tegen onraad en gevaar?
Toen schrok het paard van eenden die de rijbaan overstaken,
een KNERP! een KRAK! een BONK! en alles schudde door elkaar.

Ze vlogen uit de huifkar en ze landden in de struiken.
Opeens hoorden ze achter zich gejammer en gezucht.
Kijk nou! riep ’t schaap Veronica. Het is mijn tante Truike,
ze ligt ondersteboven, met haar voeten in de lucht!

Komaan, zo sprak de dominee, de handen uit de mouwen!
Mijn lieve dames Groen, geeft u me eens uw lange sjaal…
Die sla ik om haar heen. Als we nu even heel hard douwen
en dan in één keer kei- en keihard trekken allemaal –

Het werkte. Tante Truike zei: Wat fijn u te ontmoeten!
Want als ik omval, kom ik uit mezelf niet overend…
Ik zie nog alles draaien, maar ik sta weer op mijn voeten.
Bedankt voor ’t redden, dominee, u bent een echte vent!

Dag tante, zei Veronica, nu gaan we weer naar huis.
Of… wentelteefjes eten bij hotel De Oude Sluis?

© Judy Elfferich

.
Vijf draken verslagen
Dit vers staat in Vijf draken verslagen,
Querido’s Poëziespektakel 4.
Een vrolijke bundel met 146 gedichten
en 45 tekeningen, o.a. over ‘Superhelden’,
het thema van de Kinderboekenweek 2011.
Samenstelling: Ted van Lieshout.

Willem Lagerwaard tekende bij mijn bijdrage
een prachtig Soeperschaap.

.

Meer schaap-Veronica-verzen

ACH GUT, zeiden de dames Groen

.
ACH GUT, zeiden de dames Groen. Oom Karel is gestorven,
in vredige berusting en zijn eigen ledikant.
We vroegen ons al jaren af: wie heeft zijn klok georven?
Maar hij was nog niet dood. Nu wel, dat staat hier in de krant.

Welaan, zo sprak de dominee, dan gaan we hem begraven.
Ik zal een Woordje Spreken tot de schare rond het graf:
wie dorstig naar vertroosting zijn zal ik volgaarne laven.
Hij pakte zijn geklede jas en borstelde hem af.

Met zonnebrillen en in ’t zwart vertrokken ze naar Zwolle –
koud waren ze op weg of ze verdwaalden in de mist.
Op de begraafplaats zei het schaap: Nu even keihard hollen!
Zo kwamen ze nog net op tijd voor ’t zakken van de kist.

De dominee die elleboogde zich terstond naar voren.
Vaarwel, sprak hij geroerd. Gij waart een Kerel van Stavast!
Daar leken de aanwezigen nogal van op te horen,
vooral een paarsgejurkte heer die klaarstond met een kwast.

Opeens ontstond er trammelant: er was een krans verdwenen!
Toen werd het schaap Veronica op heterdaad betrapt
met lint waarop te lezen stond: Rust zacht, zuster Helene.
Oeps! zei ze. Maar ik had zó lang geen lelies meer gehapt…

Heleen? zeiden de dames Groen. Dat is niet onze oom.
Op naar oom Karel! En dan straks een plakje keek met room.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, afscheidsnummer, winter 2012

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: afscheid).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

KLAAR! zei het schaap Veronica

.
KLAAR! zei het schaap Veronica. Dit vers noem ik: Ballonnen.
Van alles in mijn versjesschrift is dit het allermooist!
Nee maar! zeiden de dames Groen. Hoe kríjgt u het verzonnen?
Wat bent u toch gevoelig en begaafd en zoetgevooisd…

De dominee sprak: Mij kunt u vooreerst niet overtuigen
dat er in u daadwerkelijk Iets Zingt, Veronica.
Aan mijn sonnetten zou een Perk een puntje kunnen zuigen;
u rijmelt maar wat aan van hopsa falderaldera.

Bij volle maan bekruipt mij vaak de Drang tot declameren –
Ja gats! riepen de dames Groen. Die herrie op ’t balkon!
U dacht de coniferen ’s nachts daarmee te amuseren?
Die zijn ook aan wat rust toe, na een zomerdag vol zon!

Eilacie! kloeg de dominee. Wie schat mijn werk op waarde?
Als Onbegrepen Dichter word ik door het volk gehoond…
De Ware Kunst valt immer in ondankbaar dorre aarde
en menig poëtaster wordt met klatergoud beloond.

Wèh, snikte ’t schaap Veronica. Ik ga mijn schrift verscheuren,
ik maak er duizend snippers van en spoel ze door de plee!
Maar dat lieten de dames Groen natuurlijk niet gebeuren.
Ze snibden: Hebt u nou uw zin, meneer de dominee?

Voor een beginner dicht u toch wel aardig, gaf hij toe.
Wat dacht u van een sorbet, bij salon De Bonte Koe?

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, zomer 2012

 

 

Dit vers staat in het Zomernummer
van KortVerhaal.
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

POTDOMME, zei de dominee

.
POTDOMME, zei de dominee. We kunnen niet naar buiten…
We zijn volledig ingesneeuwd, van hier tot aan de heg.
Tompoezen of een mokkapunt, daar kunnen we naar fluiten:
wie heden naar de bakker wil, zakt tot z’n middel weg.

Veronica zei sip: Maar ik wou sneeuwballen gaan gooien,
ik wou een sneeuwpop maken met vier voeten en een staart!
De dominee sprak omineus: Tenzij het gauw gaat dooien
wacht ons een Wisse Hongerdood en eet u nooit meer taart.

Daar zaten ze mistroostig uit het serreraam te staren.
’t Leek buiten Nova Zembla wel, zo ijselijk en guur.
De dominee die telde bitter zuchtend zijn sigaren –
toen doken er twee beren op, ter hoogte van de schuur.

De dominee riep: Sodeju, ik ga hallucineren!
Aan mij verschijnen beren in een Hongervisioen.
Het is geen sivioen, zei ’t schaap. En het zijn ook geen beren.
Ze dragen wanten en een muts – het zijn de dames Groen.

Waratje, zei de dominee, ze roetsjen naar beneden
in grote dikke bontjassen, kloekmoedig op de ski!
En als mijn oog me niet bedriegt, dan trekken ze een slede
vol brandewijn en bitterkoekjes, bolknakken en brie.

Ze takelden de proviand naar binnen langs ’t balkon.
Ziezo, zeiden de dames Groen. En nu een ijsbonbon.

© Judy Elfferich

.
cover KortVerhaal, dierennummer, winter 2011

 

 

Dit vers staat in het Winternummer
van KortVerhaal (thema: dieren).
 

 

 

Meer schaap-Veronica-verzen

BAH, zei het schaap Veronica

.
BAH, zei het schaap Veronica, ik heb niks meer te lezen!
De boeken op mijn plankje heb ik allemaal al uit.
De dominee sprak: Kijk, hier ligt De vogels der Vogezen.
Is dat soms iets voor u? Of dit hier: De ontvoerde bruid?

Pardon, zeiden de dames Groen, die Vogels kunt u krijgen
maar die Ontvoerde Bruid, daar zitten wij nog middenin.
Ze trekken nu door de woestijn en eten enkel vijgen,
de bruid is doodsbenauwd voor roverhoofdman Saladin…

Het schaap zei: Suffe boeken en ook niks om mee te spelen!
Is nergens in dit huis iets leuks voor mij te vinden dan?
Ik zit me al de hele dag ontzettend te vervelen,
het is hier saai, het is hier stom, ik vind er niks meer an.

De dames Groen die stelden voor: Ga eens op zolder zoeken,
wie weet vindt u iets aardigs in die dozen die daar staan.
Het schaap ging kijken en kwam terug met zeven oude boeken.
Sapristi! riep de dominee. Waar heeft u die vandaan?

Dat zijn mijn strips van Soepermen, die heb ik ooit verslonden!
Ze hadden mij als jongeling volledig in hun greep.
Veronica zei: Ik heb ook verkleedspullen gevonden,
een blauw pak met een S erop, twee laarzen en een keep.

Hi hi, zeiden de dames Groen, dat pak zal niet meer passen!
O nee?! blufte de dominee. Ik trek het nú aan, wacht!
Ho ho, zeiden de dames Groen, eerst moet het nog gewassen.
Míj paste het precies… zei ’t schaap Veronica heel zacht.

Dan krijgt u het van mij kado, besloot de dominee.
Het avontuur roept, Soeperschaap! Maar eerst een kopje thee.

© Judy Elfferich

.
Vijf draken verslagen
Dit vers staat in Vijf draken verslagen,
Querido’s Poëziespektakel 4.
Een vrolijke bundel met 146 gedichten
en 45 tekeningen, o.a. over ‘Superhelden’,
het thema van de Kinderboekenweek 2011.
Samenstelling: Ted van Lieshout.

Willem Lagerwaard tekende bij mijn bijdrage
een prachtig Soeperschaap.

.

Meer schaap-Veronica-verzen